© Wikipedia

Het zijn barre tijden. Ook voor wielerliefhebbers. De virtuele Ronde van Vlaanderen was een leuk initiatief, maar het koershart van velen bloedt. Om het leed enigszins te verzachten: een interview over Vlaanderens mooiste met Stijn Steels. “De Ronde is eerlijker dan Parijs-Roubaix.”

Wat voelt Stijn Steels bij de Ronde Van Vlaanderen? “In België is het gewoon de grootste koers”, zegt de renner van Deceuninck-Quick-Step. “De Ronde is de opbouw van het voorjaar, het parcours met de hellingen is heel typerend. De rest van het jaar doe je alle bergjes één keer, maar je doet ze nooit allemaal samen. Ook hoe de media ernaar toeleeft, is uniek. De Ronde van Vlaanderen is het hoogtepunt van het jaar voor de Vlaamse wielerfans.”

“Er is niets zo plezant als de Kwaremont omhoog rijden tussen een schreeuwende menigte”

Steels benadrukt dat het opvallende parcours een cruciale rol speelt in het enthousiasmeren van niet-Vlaamse wielerfans. “‘Zuiver kassei’ kennen ze niet in het buitenland”, aldus Steels. “Kasseien in een wielerwedstrijd wordt vaak heel vreemd bevonden. Als de kasseien dan nog eens op een helling liggen, dan is het helemaal ongelooflijk.”

© Wikipedia

“Daarna wordt het een wisselwerking: er zijn die kasseien maar ook het gekke publiek”, vervolgt de wielrenner. “Als mensen op televisie zien dat er duizenden toeschouwers langs de kant staan, dan zal de populariteit automatisch toenemen. Ik kan wel begrijpen dat mensen in het buitenland zoiets hebben van: dat wil ik ook een keer meemaken.”

De eerste keer

Steels was na zijn eerste deelname zelf met verstomming geslagen. “De eerste keer dat ik de Ronde van Vlaanderen reed, was de start nog in Brugge. Ik zag een massa mensen staan, van de bus naar de start. Toen dacht ik bij mezelf: dat wil ik elke keer meemaken”, lacht Steels. 

“Er is niets zo plezant als de Kwaremont oprijden met een menigte die je omhoog schreeuwt. Je wordt constant omgeven door het lawaai, de sfeer is fantastisch. Je zit zes uur en half op de fiets, maar die koers vliegt voorbij.”

Vorig jaar, op het startpodium van de Ronde van Vlaanderen in Antwerpen, had Stijn een speciaal momentje met radiopresentatrice Linde Merckpoel. Het ging in mum van tijd viraal. “De fameuze kus met Linde... We kennen elkaar al redelijk goed, want zij is de meter van ons trainingsploegje (De Melkerie) en we hebben sowieso regelmatig contact. Normaal gezien doet zij alle presentaties van de Flanders Classics en ze geeft altijd alle leden van het groepje een kus voor de start. Maar nu had ik het niet meer verwacht.”

“Ik draaide mij om en het was natuurlijk pal op de mond. Je kan niet geloven hoeveel respons daarop gekomen is. Het gebeurt zelfs nu nog dat ik daar berichten over krijg. Ook langs de kant van de koers roepen ze: ‘En, is Linde er niet bij?!’ Of: ‘Zou ik jou ook een kus mogen geven?’”

Roubaix?

Als Steels zou moeten kiezen tussen de helleklassieker Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen, dan verkiest hij, u raadt het nooit, Vlaanderens mooiste. “In Parijs-Roubaix speelt de pechfactor een te grote rol. In de Ronde kom je altijd wel iets tegen, maar je kan terug in koers komen. Maar als je in Roubaix plat rijdt op een verkeerd moment, dan is je wedstrijd over. Op dat vlak is de Ronde eerlijker”, besluit Steels.


Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad op 04/05/2020

vorige volgende