Op 29 augustus was er een uitzonderlijke vergadering van de Commissie voor Economische en Monetaire Zaken. Nogmaals werd de noodzaak aan structurele hervormingen onderstreept. Uit de Economic Sentiment Indicator (ESI) blijkt nu dat het vertrouwen in de Europese economie voor de zesde keer op rij gedaald is.

De ESI meet het vertrouwen van managers en consumenten in de Europese economie. In alle sectoren - behalve de bouw - zijn de betrokkenen pessimistisch over de toekomst. Vooral in de dienstensector, in de detailhandel en bij de consumenten lijkt de vrees het grootst.

Verminderd vertrouwen

Het vertrouwen in de Europese economie is met vijf punten gedaald tot 97,3. De daling in de Eurozone ligt lager, met 4,7 punten tot 98,3. Bij de grote lidstaten vallen Duitsland en Groot-Brittannië op, met respectievelijk een daling van 5,7 en 5,6 punten. In Italië en Spanje, die er economisch zeer slecht voor staan, is er vreemd genoeg bijna geen vermindering in vertrouwen te merken.

In de industrie is er een daling van 3,8 punten in de Eurozone. Managers schatten hun productieverwachtingen en het niveau van hun orderboeken lager in. Voorts klagen ze dat hun voorraden te groot zijn. Ook het vertrouwen in de dienstensector en de financiële sector heeft een serieuze knauw gekregen, met in die laatste sector zelfs een daling van 9,6 punten in de Eurozone.

De consument laat zich dan weer pessimistisch uit over zijn financiële situatie en vreest een stijging van de werkloosheid. Dit resulteert in een daling van 5,3 in de Eurozone.

Hoop

Hoewel het vertrouwen gedaald is, ligt het nog steeds boven het langetermijngemiddelde van de voorbije twintig jaar. In Duitsland ligt het vertrouwen in het algemeen boven dit gemiddelde. De bouwsector heeft als enige sector vooruitgang geboekt, met één punt in de Eurozone.

Toekomst

De economie van de EU is in het tweede kwartaal slechts met 0,2 procent gegroeid. "Structurele hervormingen dringen zich op, onder andere in de dienstensector", aldus commissaris voor economische en monetaire zaken Olli Rehn. De Europese instellingen en de lidstaten hebben dus nog veel werk voor de boeg om het vertrouwen te herstellen.

Het is op dertig augustus precies tien jaar geleden dat de euro voor het eerst aan het publiek getoond werd. Het optimisme van toen heeft plaats moeten maken voor een negatievere kijk op onze Europese economie.

© 2011 - StampMedia - Michaël Verest


Dit artikel werd gepubliceerd door Belg.be op 02/09/2011
Dit artikel werd gepubliceerd door Gündem op 04/09/2011