Enzé, Qandil-gebergte – 20/03/15 

In de bergen van Iraaks Koerdistan, op het drielandenpunt van Irak, Iran en Turkije ligt het Qandil-gebergte. In dit gebergte hebben de guerillastrijders van de PKK (de Koerdische Arbeiderspartij) een enclave opgericht waar ze hun hoofdkwartier hebben. De PKK staat in Europa en Amerika op de lijst van terroristische organisaties. Ik heb de kans om hen te ontmoeten en te kijken hoe ze leven in het gebied dat ze onder hun controle hebben.

Na een tocht over een met haarspeldbochten bezaaide weg komen we aan bij het eerste checkpoint van de PKK. Dat wordt niet alleen bemand door strijders die er opvallend anders uitzien in vergelijking met andere checkpoints in Koerdistan, het is ook alsof je plots een ander land binnenrijdt. Je moet echter geen stempel krijgen in je paspoort en na een paar korte vragen worden we doorgelaten.

We rijden het dal binnen en ik heb onmiddellijk het gevoel dat ik op een andere plek ben. In hun gebied heeft de PKK een ander systeem dan in de rest van Iraaks–Koerdistan opgericht. Het systeem is gebaseerd op de linkse ideologie van Abdullah Öcalan. Een van de eerste dingen dat mij opvalt, is dat je nergens in het hele gebied vuilnis ziet liggen, in tegenstelling tot Iraaks-Koerdistan waar het vuilnis weelderig langs de weg ligt op sommige plaatsen. De PKK hebben een diepgeworteld respect voor de natuur en dat heeft ervoor gezorgd dat ze de plaatselijke bevolking verplichten om hun vuilnis buiten te zetten in vuilnisbakken die ze voor elk huis zetten. Zij komen dat dan op regelmatige basis ophalen.

Kameraad Sozda

Omdat er op weinig plaatsen gsm-ontvangst is, moeten we even zoeken om het dorpje te vinden waar we onze contactpersoon zullen ontmoeten. Uiteindelijk komen we aan in het dorpje Enzé, waar we afgesproken hebben. Onze contactpersoon brengt ons na een lange voettocht door de bergen naar een klein huisje waar we de persverantwoordelijke van de PKK zullen ontmoeten.

We worden hartelijk begroet door drie vrouwen die ons binnenleiden in een kleine kamer die aangenaam verwarmd is. Hier word ik onderworpen aan een grondige reeks vragen waarbij ze mij duidelijk proberen lezen en mijn motieven trachten te peilen. Ik antwoord naar waarheid en na een tijdje is het ijs gebroken. We zullen tijdens ons bezoek begeleid worden door één van de drie vrouwen. Haar codenaam is Heval (kameraad) Sozda en het klikt direct, ook al spreek ik maar een beetje Koerdisch. Haar echte naam zal ik waarschijnlijk nooit te weten komen.

Wat is vrijheid?

Onze begeleidster brengt ons terug naar het dal waar zes jonge strijders, vier jongens en twee meisjes, ons opwachten in een muf ruikende tent. Ik schat hen ongeveer 18 jaar en ik kan duidelijk aan hun gezichten zien dat ze zich ongemakkelijk voelen. Ik probeer hen enkele vragen te stellen, maar krijg telkens een standaardantwoord dat hen met de paplepel is ingegoten.

"Dit heeft geen zin", denk ik bij mezelf. Ik ga geen nuttige informatie over hun persoonlijkheid krijgen, dus gooi ik het over een andere boeg. Ze zijn allemaal heel jong en ik kan de nieuwsgierigheid in hun ogen duidelijk zien. Daarom draai ik de rollen om. Ik geef hen de kans om mij vragen te stellen. Ze zijn duidelijk even van hun stuk gebracht en ik krijg niet onmiddellijk reactie. "Wat is voor jou vrijheid?", vraagt één van de jongens. ‘Vrijheid is voor mij het kunnen gaan en staan waar ik wil, kunnen omgaan met wie ik wil en niet beperkt worden in mijn menszijn". "Waarom spreek je als Koerd geen Koerdisch?" Ik leg hem uit dat ik als kind de taal wel sprak, maar dat ik het tot mijn spijt verleerd ben omdat mijn ouders en omgeving Nederlands spraken. Zo gaat het gesprek een tijdje door en na enkele vragen van hun kant komen ze al wat losser en kan ik een goed gesprek aanknopen.

Meerderjarig

Vijf van hen zijn afkomstig uit Turks-Koerdistan en één uit Syrisch-Koerdistan. Maar één spreekt zelf Koermangie, het Koerdisch dialect dat gesproken wordt in Turkije en Syrië. De anderen spreken enkel Turks. Ze vertellen me dat ze hier zijn om te vechten voor de onafhankelijkheid van Koerdistan en voor de vrijheid van hun leider, Abdullah Öcalan, die in de gevangenis zit in Turkije. Ik vraag hen of ze hun thuis niet missen en ze vertellen me allemaal dat hun prioriteit op dit moment niet ligt bij het missen van hun thuis maar bij het beschermen van hun volk.

Ze vertellen met dat ze in het begin veel moeite hadden met het aanpassen aan de levensomstandigheden in de bergen en met het aannemen van de ideologie die de PKK vooropstelt, maar nu zijn ze eraan gewend. Strijders mogen zich aansluiten als ze jonger zijn dan 18 jaar, maar ze mogen pas effectief vechten als ze meerderjarig zijn. De training is heel zwaar en ik vermoed dat ze daarbij volledig gekneed worden naar de waarden en normen van de PKK.

Ze zijn er heilig van overtuigd dat ook als Koerdistan ooit onafhankelijk wordt, er nadien nog steeds een revolutie gevoerd zal moeten worden. Sozda, die geregeld aan het woord is om te vertalen, heeft zelf 15 jaar lang gevochten voor ze in Qandil werd aangesteld om administratieve taken op te nemen. Ze vertelt me dat, als ze opnieuw geboren zou worden als Koerd, ze zich nog steeds zou aansluiten bij de guerilla. "En als Koerdistan wel onafhankelijk zou zijn geweest wanneer je geboren werd?", vraag ik haar. "Dan zou er nog steeds een revolutie zijn waar ik voor zou vechten", vertelt ze me. "Als het geen vrouwenrechten zijn, zal het iets anders zijn. Koerdistan zal altijd een revolutie in zich dragen. Het westen heeft ons op de lijst van terroristische organisaties gezet maar als wij terroristen zijn, waarom komen jullie dan niet zelf tegen ISIS vechten?"

Jonge welpen

Na dit interview blijven we nog een tijdje in het dal en het valt mij op hoe jong de strijders zijn die ik hier zie. Het lijkt wel alsof de PKK enkel bestaat uit jonge welpen. Ik kom er later achter dat ze na hun 18 worden uitgestuurd en zelden terugkeren naar Qandil. Ook zie ik heel veel vrouwen, meer dan mannen eigenlijk. Hun charisma en uitstraling is eerlijk gezegd niet van deze wereld. Als ik hen in de ogen kijk, wat ik geregeld doe om hen te peilen, kijkt geen van hen weg en krijg ik in de plaats de opflakkering van een vreugdevolle vlam te zien die ik zelden bij enig ander persoon mocht aanschouwen.

© 2015 – StampMedia – B.M.



Dit artikel werd gepubliceerd door MO* - online op 25/03/2015