(Verrekijkers) ‘Antwerpse moslims gelukkigste van Europa’ concludeerde Gazet van Antwerpen in september 2011. De krant stuurt de optimistische boodschap de wereld in na het lezen van Muslims in Europe, een studie die moslims uit elf Europese steden onderzocht. Verrekijkers fronste de wenkbrauwen en vroeg om meer uitleg bij Noel Clycq, verantwoordelijke voor het onderzoek in Antwerpen.

Noel Clycq is onderzoeker bij het Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) aan Universiteit Antwerpen. Hij doet al negen jaar onderzoek naar minderheden in Antwerpen.

Voor Muslims in Europe kozen de onderzoekers in elke stad een wijk uit waar veel moslims wonen. De Antwerpse keuze mag niet verbazen: het werd Oud-Borgerhout, het Borgerhout van binnen de singel. Hier selecteerde Clycq honderd moslims die een afspiegeling vormen van de moslims in de buurt. Ze werden gekozen op basis van etnische achtergrond, geslacht en leeftijd. Het zijn vooral Marokkanen en Turken, maar ook Tsjetsjenen en Senegalezen. Deze moslims vulden formulieren in met vragen over onderwijs, werk, identiteit, media, politie, gezondheid en huisvesting. Daarnaast organiseerde Clycq zes focusgesprekken met gewone burgers met een moslimachtergrond en zo’n vijftien diepte-interviews met sleutelfiguren uit het middenveld, het beleid en de journalistiek. Geen goed onderzoek zonder een controlegroep waarmee vergeleken kan worden. Zo vulden ook honderd niet-moslims de formulieren in en nam een selectie ook deel aan de gesprekken. Voor de niet-moslims gaat het vooral over autochtone Belgen, maar even goed over Polen.

Vermoedens bevestigd

Volgens Clycq bevestigt de studie een aantal gekende zaken. Zo is het geen nieuws dat leerlingen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond vaker achterblijven op school. Ook horen we niet voor het eerst dat ze sneller worden doorverwezen naar technische of beroepsopleidingen en dat slechts een beperkt aantal in het hoger onderwijs terechtkomt. Eens beschikbaar voor de arbeidsmarkt, valt het op dat er meer langdurig werklozen te bespeuren zijn bij moslims dan bij niet-moslims. Bij de moslims die werken of gewerkt hebben, verklaart meer dan dertig procent dat er zich discriminatie voordeed bij promotie. Bij de niet-moslims maakte maar negen procent gewag van discriminatie.

Thuis in Antwerpen

Dit schept niet bepaald een rooskleurig beeld van ‘moslim zijn’ in Antwerpen. Waar komt dan de krantenkop van Gazet van Antwerpen vandaan? Daar heeft het luik identiteitsbeleving mee te maken. De studie peilde ook of de moslims zich thuis voelen in België en meer bepaald in Antwerpen en in hun buurt. De Antwerpse moslims hebben het grootste ‘thuisgevoel’ van alle onderzochte Europese steden. 88% voelt zich thuis in Antwerpen. Parijs – met een score van 54% - hinkt achteraan. Maar ‘thuis voelen’ gelijkstellen met ‘gelukkig zijn’ is natuurlijk een brug te ver. Bovendien voelen de Antwerpse moslims zich meer thuis in hun buurt (92%), duidelijk een meer vertrouwde omgeving dan het land België. Slechts drie op vier Antwerpse moslims voelt zich thuis in België, tegenover 89% niet-moslims. Niet alleen voelt een groot deel moslims zich hier niet thuis, de helft van de ondervraagde moslims voelt zich überhaupt niet Belg. En het wordt nog erger wanneer het gaat over hun perceptie van wat anderen over hen denken: slechts een derde vond dat anderen hen ook als Belg zagen. Hier is nog werk aan de winkel.

Boe stadsbestuur!

Moslims mogen zich dan wel thuis voelen in Antwerpen, ze uiten zich kritisch tegenover het stadsbestuur. Slechts 40% van de Antwerpse moslims heeft vertrouwen in het bestuur. Bij niet-moslims is dat 71%. Het hoofddoekenverbod speelt hier een belangrijke rol. Veel moslims hebben het gevoel dat ze in 2006 mee geholpen hebben aan de overwinning van SP.A, en laat nu net het verbod op hoofddoeken voor loketfuncties een van de eerste beslissingen zijn van het nieuwe bestuur. Het electoraat voelde zich verraden. Later kwam de kwestie weer op de proppen in verband met de middelbare scholen. Eigenlijk is het hoofddoekendebat tijdens de gehele bestuursperiode actueel gebleven. Dit vertroebelt een goede samenwerking met de stad. Volgens Clycq kwam de onvrede over het hoofddoekenbeleid als een rode draad telkens terug bovendrijven tijdens de gesprekken. Kijken we naar andere Europese steden, dan zien we dat het debat daar minder leeft omdat het beleid er flexibeler mee omgaat. In Nederland zijn er voor de verkoopsters van de Hema speciale hoofddoekjes ontworpen, terwijl in Genk nog niet lang geleden een medewerker met hoofddoek naar het magazijn werd verbannen. In Londen heb je sikhs die als politieagenten een tulband dragen in plaats van een kepie. Dat zien we in Antwerpen niet snel gebeuren.

De rol van het hoofddoekenverbod was voor Clycq een verrassende uitkomst van het onderzoek. Als tweede opvallend element verwijst hij naar een opkomende generatie mondige moslims. Het gaat om moslims die kritisch zijn, gestudeerd hebben en zich goed organiseren. De vrouwen van Baas Over Eigen Hoofd (BOEH) zijn hier een voorbeeld van. Dit is een actiegroep die ontstond tijdens de storm over het hoofddoekendebat. De diepte-interviews met sleutelfiguren maakten duidelijk dat het stadsbestuur deze groep nog te weinig in haar overleg betrekt. In de dialoog met de moslims doet het bestuur nog te veel beroep op de eerste generatie, terwijl de nieuwe generatie misschien wel een heel ander verhaal te vertellen heeft. Dit segment van de moslims negeren, kan gevaarlijke gevolgen hebben.

De politie, je vriend?

Tot slot valt het lage vertrouwen in de politie op. Een aanzienlijk aantal (40%) van de moslims heeft weinig vertrouwen in de politie, tegenover 26% bij de niet-moslims. De moslims verwijzen vooral naar willekeurige identiteitcontroles. Jonge moslims beschouwen de controles als een normaal deel van het leven. Bovendien zegt meer dan 15% van de ondervraagden dat ze ooit gediscrimineerd werden door de politie in de vorm van aanhoudingen en onderzoeken. Hier scoren de Antwerpse moslims het hoogst van heel Europa, een twijfelachtige eer voor een stad die uitpakt met zulke positieve krantenkoppen.

© 2011 - Verrekijkers - Janus Verrelst