Het Rode Kruis lanceert een nieuwe site om kandidaat-bloeddonoren te bereiken. Dagelijks hebben honderden mensen bloed, plasma of bloedplaatjes nodig. Al 75 jaar wordt er in België beroep gedaan op bloeddonoren voor transfusies, maar nog steeds is er een tekort. Onze reporter ging alvast haar steentje bijdragen en ging bloed geven in Merksem.

Er is nog steeds een nijpend tekort aan bloeddonoren. Het Rode Kruis lanceerde deze week een nieuwe site waarop je de actuele voorraad van je eigen bloedgroep in het oog kan houden. Onder het motto “Bloed geven doet leven” sensibiliseert de hulporganisatie al  jaren vrijwilligers die bloed willen komen geven.  In bijna elke gemeente organiseren de plaatselijke Rode Kruisafdelingen bloedinzamelingen. Zo ook in Merksem, waar ik deed wat ik al jaren wilde doen: bloed geven.

Mag ik of mag ik niet?

Voor je bloed mag doneren, moet je eerst een paar (kleine) onderzoeken ondergaan. Ik meldde me aan als nieuwe donor, gaf mijn naam en geboortedatum, en kreeg daarop onmiddellijk een badge met de melding ‘Nieuwe donor’. Die naamkaart moest ik laten hangen zolang ik daar binnen was.

Bij de badge zaten een flesje water, dat ik op moest drinken voor de effectieve donatie, en een vragenlijst van zo’n 25 vragen. Ze peilen naar eventuele besmettelijke ziektes of chronische aandoeningen. Het is namelijk niet de bedoeling om een ontvanger te gaan besmetten met ziek bloed.

Bloed geven foto: © Milou Verstappen

Eens ik de vragenlijst had ingevuld, ging ik in de rij staan voor de dokter. In Merksem zijn 3 artsen aanwezig die, elk gescheiden door een dunne wand, alle mogelijke donoren even onderzoeken. Dat stelt eigenlijk niet meer voor dan de arts die vraagt of je Nederlands spreekt en de hele vragenlijst goed begrepen hebt. Om toch nog iets medisch te doen, nam hij ook mijn bloeddruk. Gezond verklaard!

Doneren

Na het blitsbezoek aan de arts werd ik verder gestuurd naar de effectieve donatie. Aan een tafel kreeg ik mijn ‘donatiesetje’ aangereikt: de zakjes en tubes om het bloed in op te vangen.  Voor je die effectief krijgt, worden opnieuw naam en geboortedatum gevraagd. Hoewel ze die kunnen aflezen op de badge, moest ik het toch luidop zeggen. Een soort controle dus, om na te gaan of de identiteit van de donor wel echt klopt.

Met donatieset in handen, werd ik naar de zetels gestuurd. Voor ze aanprikken, testen ze nog of ze links of rechts gaan prikken. Dat is belangrijk, omdat ze slechts 1 keer mogen aanprikken. Een arts vroeg nogmaals mijn naam en geboortedatum en legde daarna kort uit wat de bedoeling is. Twee minuten later stroomde 400 milliliter van mijn bloed, beetje bij beetje, naar het voorbestemde zakje. Nog geen 5 minuten later begonnen lichtjes te pinken en de machines te piepen. Zat het er al op?

De verplegers raadden me aan het een paar minuten rustig aan te doen. Mijn bloed werd ondertussen weggebracht en door een verpleegkundige veilig opgeborgen. Klaar om de komende dagen nog testen te ondergaan. Merken ze toch nog iets abnormaal in het bloed, dan wordt het niet gebruikt en wordt de donor verwittigd dat er abnormaliteiten in zijn bloed zijn gevonden. Zo kan je tijdig naar de dokter.

‘Ik ben een held’

Vijf minuten later zat ik weer op de fiets op weg naar huis. Op mijn jas een button: U hebt bloed gegeven, u bent een held. En stiekem ben ik wel heel fier op mezelf. Over enkele weken wordt misschien iemands leven gered omdat ik een uurtje naar het bloedtransfusiecentrum ging.

Zelf doneren?Je mag je vanaf je achttiende registreren om bloed te gaan geven en dat tot je 66ste. Je mag wel maximaal vier keer per jaar bloed geven. Na elke bloedgift moet je minstens twee maanden wachten voordat je een nieuwe donatie doet.Waarom zou je bloed geven?

Simpel: stel dat jij ooit betrokken geraakt bij een auto-ongeval en een bloedtransfusie nodig hebt, weet dan dat iemand enkele weken eerder, vrijwillig, wat van zijn bloed heeft afgestaan om indirect jouw leven te redden. Bloed geven kan levens redden - ook dat van jou.

Meer info op www.bloedgevendoetleven.be en www.wiehelpjij.be

© 2015 – StampMedia – tekst: Lien Van Doorslaer, foto’s: Milou Verstappen


Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 07/01/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Nieuwsblad - online op 07/01/2015