© Celine Bruyndonckx

5 voor 9. Laptop open. Online aanmelden. De achtergrond checken, ouders en/of kinderen de kamer uitsturen, je haar goed leggen. Camera en audio aan. “Goeiemorgen iedereen.” De redactievergadering kan beginnen.

Wat op maandag nog buitengewoon leek, werd gaandeweg normaal. En eerlijk, het had ook z’n voordelen. Niemand zat vast in de file of op een perron waar de trein niet aankwam. Geen sloten slappe koffie en oeverloze gesprekken. Elk op zijn beurt en bij de zaak. Je kon op je smartphone kijken zonder dat iemand het zag. En je haar moest nu ook weer niet zo goed liggen.

Maar je mist ook dingen. De interactie en dynamiek die ontstaan wanneer je met een groep mensen rond de tafel van ideeën wisselt. Je onderbreekt en herneemt sneller, speelt in op elkaar, benut al je zintuigen, leest gezichtsuitdrukkingen af en scant emoties. Discussies zijn verhitter, breinen stormen heftiger, wat de voorstellen aanscherpt en leidt tot gestroomlijnde stukken.

En toch maakten we er het beste van. Zoals iedereen dat probeert in deze rare onbepaalde tijd, in dit grote, maatschappelijke experiment. Social distancing dwingt je om zaken en mensen vanop een afstand te bekijken. Een perspectief dat niet alleen in de journalistiek interessant kan zijn. Door technische beperkingen besef je hoe verwend we geworden zijn. Als je niet naar een concert, een restaurant of een expo kunt, ga je misschien zelf muziek maken, koken en schilderen. Passief wordt actief. Creëren in plaats van consumeren.

Elf aspirerende journalisten keken deze week naar zichzelf en hun omgeving: hoe om te gaan met deze uitdagingen? Welke tools en instrumenten kunnen daarbij helpen? Maar ook de schaduwzijde daarvan: wat zijn de gevaren van die nieuwe technologieën en online platformen? In hoeverre zal deze uitzonderlijke periode de aard van de journalistiek zelf veranderen? Welke evoluties zullen duurzaam blijken, maatschappelijk zowel als economisch? Print is al vaker doodverklaard, is dit dan echt de laatste zucht? (We schrijven dit ook op een website, en niet op papier.)

En we keken nog verder, naar de impact op de samenleving. Op kansarmoede en ongelijkheid. Op sociaal isolement en onbereikbaarheid. Op onderwijs dat stokt en een arbeidsmarkt die ineenstuikt. En vooral, naar wat dit allemaal te betekenen heeft voor jongeren.

Ondanks de verplichte afstand werd de groep hechter. Virtuele dagen kregen een reëel redactiegevoel. Maar hoe normaal het ook werd, het bleef een buitengewone week.

 

Johan Faes, virtueel hoofdredacteur

vorige volgende