Bij wijze van tegenwicht voor de uitgelaten joligheid op de Gentse Feesten, organiseerde het Masereelfonds op vrijdag 18 juni een debat met de nodige sérieux. In het kader van de vraag of er nog een recht is op jong zijn, bespraken vijf panelleden het ontstaan en de mogelijke alternatieven voor de Gemeentelijke Administratieve Sancties. “Er is een gebrek aan kritisch denken.”

De joligheid haalde het bij de massa echter op de zin voor serieus getafel, waardoor het publiek met 8 aanwezigen nauwelijks de meerderheid op de aanwezige panelleden haalde. Een feitelijkheid die door het panel meermaals illustratief werd aangehaald om aan te tonen dat het volk niet meer betrokken is bij Gemeentelijke Administratieve Sancties, beter gekend als de GAS-boetes.

Het panel bestond uit Tom Vrijens van het ACV, Jan Nolf, vrederechter op pensioen, Pascal Debruyne, stadssocioloog, Bashar Baharak, bekend van plasactie en Koerian Verbesselt als enige jongere van TegenGAS. Dat de aanwezigen weinig tegenspraak van elkaar moesten verwachten hoefde niet te verbazen. Het Masereelfonds wilde immers dieper ingaan op een aantal meer specifieke aspecten van het GAS-beleid.

Vage uitspraken over ‘overlast’

Zo bracht Jan Nolf naar voren dat administratieve sancties, straffen buiten de rechtbanken om dus, al eeuwenlang hebben bestaan. Echter, het grote verschil met de huidige GAS-regelgeving bestaat er uit dat deze niet meer een specifiek veld beheerst zoals bijvoorbeeld de visserij, maar daarentegen zeer vage uitspraken doet over ‘overlast’ in het algemeen.

“Bovendien,” zo voegt Nolf er streng aan toe, “zijn de specifieke administratieve overheden niet altijd even nuttig gebleken. Zo heeft de FSMA, de Belgische federale sanctionerende overheid die moet optreden ten aanzien van de banken volgens het Rekenhof geen enkele maatregel genomen om de banksector te reguleren. Het gaat hierbij niet over een paar kleine zakkenrollers, maar wel degelijk over de banken die mee verantwoordelijkheid dragen voor de financiële crisis.”

Pascal Debruyne betreurde daarnaast de evolutie waarbij het grote protest tegen de GAS regelgeving pas uitbrak toen men deze wilde verstrengen en uitbreiden naar minderjarigen. “Hierdoor lijkt het te gaan om een generationeel conflict, terwijl minderjarigen maar 3% uitmaken van iedereen die beboet wordt met gemeentesancties. In feite gaat het er om dat de beleidsmakers sinds GAS niet meer de motivatie hebben om sociale problemen op te lossen op een andere dan een penaliserende manier.”

“Gebrek aan kritisch denken”

Een burgermeester, stelt Debruyne, gedraagt zich tegenwoordig als een zogezegde vader die zijn kinderen wil opvoeden. “Maar dat werkt niet als je de onderliggende problemen laat liggen. Zo krijgen de allerarmsten de meeste boetes voor sluikstorten omdat zij geen vuilzakken kunnen betalen. Als de stad daarop repliceert dat zij gratis vuilzakken aanbiedt, is zij blind voor de grote groep van EU-burgers, meestal uit Oost-Europa, die geen beroep kunnen doen op het OCMW-statuut en dus ook geen enkel alternatief hebben.”

Het meer dan twee uur durende panelgesprek werd afgesloten onder de sfeer die werd gezet door Bashar Baharak. “Ik ben al sinds mijn 13 jaar in België en ik heb het geluk gehad te mogen werken met journalisten, academische vorsers en nu als leerkracht. Het valt mij op dat er een gebrek is aan kritisch denken. Er is geen enkele provocerende houding. Iedereen is zo gemakkelijk geïntimideerd door de overheid dat er geen actie meer wordt gevoerd. Als we iets willen betekenen in het debat, gaan we dat dus als eerste moeten oplossen.”

© 2014 – StampMedia – Ruben Bruynooghe


Dit artikel werd gepubliceerd door Gent blogt op 20/07/2014