Wie naar de Feesten afzakt, kan best een mondje Gents praten. Zelfs de tramhaltes worden in het Gents omgeroepen. Helaas ging de les Gents dialect van Kameroad & Schoaveling niet door wegens een elektriciteitspanne. Wij schieten daarom te hulp.

Enkele leutige woorden en uitdrukkingen om in het Gentse centrum te overleven, waar de sfeer biestig is en alles vree wijs is. Up dril goan doe je niet alleen, maar toapetegoare me moaten. En bovenal geldt: nie neute, nie pleujen.

Op elk plein speelt een groepke goede muziek en ook de alcohol vloeit rijkelijk, waardoor het andere geslacht er al gauw verdacht schuun uitziet. Wie geluk heeft kan al snel toesse emmen en een mokke of snelle vent tegen zaane gielee trèkn en e totte droaien. Wie geen geluk heeft, zal noaste kiere mier sjanse emmen.

Een kalfke leggen

Hoe dan ook: verder feesten is de boodschap. Wie echter te diep in het glas gekeken heeft en aa stuk in zaane zielee eet moet oppassen dat em nie bij zaane colie gestekt wordt duur de flikken en up de kajee vliegt voor openbare dronkenschap.

Een ander nadeel van dronken zijn, is misselijk zijn en overgeven. Op zijn Gents gezegd: een kalfke leggen. Voor wie na dat kalfke een klein hongerke eeft, is er altijd den botram me uufflakke. Smakelijk!

Djoef op ou muile

Alcohol zorgt er al eens voor dat er gevochten wordt en ge ne wip krijgt, oftewel ne djoef op ou muile. Maar het levensmotto van de Gentenaar is niet voor niets nie neute, nie pleujen. Doorgaan dus!

Al komt aan alles een eind, dus ook aan de Gentse Feesten. Na tien dagen is het tijd um ou schuppe af te kuise en noar huis te goan. Salut, en tot in den droai.

© 2014 – StampMedia – Joy De Meulemeester


Dit artikel werd gepubliceerd door Gent blogt op 19/07/2014