© Pixabay

Het is vandaag 11 november. Voor de meeste mensen is dat gewoon een extra vrije dag, iets waar we naar lonken vanaf 1 november, die andere feestdag. En om heel eerlijk te zijn, denk ik er verder ook niet veel over na. Ik ben van een generatie waarvan de grootouders zich meestal geen oorlog meer herinneren omdat ze nog niet geboren waren of te klein waren, dus mijn zus en ik werden zeker niet overstelpt met oorlogsanekdoten toen we klein waren.

Ik begon pas echt over de wereldoorlogen te leren in de middelbare school. We keken films zoals The boy in the striped pyjamas en bezochten Breendonk als veertienjarigen. Een paar jaar later gingen we op excursie naar Ieper om verschillende begraafplaatsen en loopgraven te bezoeken, maar dat zijn dan ook de enige dingen die ik me kan herinneren.

Ik moet zeggen dat een bezoek aan Breendonk een heel sterke indruk achterlaat op een jonge tiener, en dat dit een van de weinige dingen is die ik me nog herinner van onze lessen geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog. Natuurlijk ken ik de grote lijnen nog, maar uiteindelijk worden de verhalen herleid tot examenleerstof, en dan voelt de verbondenheid met de wereldoorlogen eerder als een verplichting dan als iets waarin je je echt verder kunt verdiepen.

De buitenschoolse activiteiten in kader van de Tweede Wereldoorlog hebben dan wel weer een diepere indruk achtergelaten. Ze hebben mijn interesse gewekt in hoe mensen in die tijd leefden. Zoals ik al zei, kunnen mijn grootouders niet veel vertellen over eigen ervaringen, zij hebben alleen de verhalen van hun eigen ouders om door te geven, dus ging ik toch uit eigen interesse op zoek naar meer persoonlijke verhalen. Ik heb ondertussen het Anne Frankhuis bezocht, en meer recent ook de concentratiekampen van Auschwitz-Birkenau. Ik was met vriendinnen op citytrip in Krakau en bij mijn research stootte ik op excursies naar Auschwitz, dus boekte ik meteen onze plekjes. Het was nog zomer, en de zon scheen in Polen, wat afbreuk leek te doen aan de rare sfeer in de voormalige concentratiekampen. Om een of andere reden drong het niet helemaal tot me door hoeveel mensen er hier waren vernederd, gefolterd, gedood en vergast. Het zonnetje leek daar een stokje voor te steken.

Het drong pas echt bij ons door toen we in een van de gebouwen alle brillen en schoenen zagen liggen die de nazi’s hadden afgenomen van de joodse slachtoffers. Toen beseften we pas hoeveel mensen door de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen en geraakt.

Met de Groote Oorlog mis ik deze connectie veel meer. Ik zou niet kunnen zeggen hoe of wat er allemaal juist is gebeurd. Misschien kan ik wel wat losse feitjes opnoemen, but that’s it. En dat vind ik jammer. Ik denk dat er veel kansen zijn voor scholen om de geschiedenis van beide wereldoorlogen meer te incorporeren in hun curriculum en ik denk dat excursies, dingen ‘in levenden lijve’ zien en horen, daar een grote toegevoegde waarde voor kunnen zijn.

Uiteindelijk zijn die oorlogen belangrijk geweest voor de geschiedenis van het Europese vasteland, en het zou jammer zijn als we de connectie met ons verleden verliezen. Ik ben er van overtuigd dat we veel kunnen leren uit de fouten die gemaakt werden door onze voorouders. Ik geef dus als raad mee: go out and explore!


Dit artikel werd gepubliceerd door Mensenzijnmedia op 11/11/2021

vorige volgende