(Verrekijkers) Ondanks zijn 82 jaar is Noam Chomsky nog steeds wereldberoemd. Het Auditorium Janson van de ULB was op 16 maart dan ook tot de nok gevuld. 1.300 enthousiastelingen waren afgezakt naar Brussel om hun held met een staande ovatie te onthalen. En niet zonder reden. Jarenlang was Chomsky een van de weinige Amerikaanse intellectuelen die het buitenlandbeleid van de Amerikaanse regering op de korrel durfden nemen. Zijn talloze boeken schetsen een ontluisterende analyse van het imperialisme en de dominantie van het Westen. In de loop van zijn carrière inspireerde Chomsky een generatie intellectuelen die wel eens 'the Chomsky left' (de linkse school van Chomsky) wordt genoemd. En nu was hij na 20 jaar nog eens in het Westen.

Chomsky onderscheidt zich als criticus door zijn wetenschappelijke werkwijze. De inhoud van zijn boeken en lezingen is nooit uit de lucht gegrepen maar steeds gebaseerd op degelijk onderzoekswerk en gestaafd met de nodige bewijzen. Dat maakt zijn argumentatie sterk en overtuigend, zoals we sinds maart kunnen lezen in zijn nieuwste boek ‘Hoop en Vooruitzicht’. Ook in Brussel liet hij de ontluisterende feiten voor zich spreken. Wat had de grootmeester te vertellen?

De Arabische lente

Chomsky stak de loftrompet over de Arabische revolte en de kracht van de burgerlijke wil. Maar wat hem het meest intrigeerde, was de herkenbare reactie van het Westen: steun aan de dictator tot het laatste moment. De Verenigde Staten, de belangrijkste bondgenoot van Egypte, bleven Moebarak, een brutale moordenaar die zijn land verarmde en duizenden mensen executeerde, financieel en moreel steunen tot de druk onhoudbaar werd. En zelfs daarna lieten ze het regime grotendeels intact. Ook in de andere Arabische landen blijft de steun voor de verschillende despoten overeind.
Volgens Chomsky laat het Westen zich van oudsher leiden door twee factoren: de hoeveelheid olie die de dictator heeft, en de mate waarin hij aan het Westen gehoorzaamt. Saudi-Arabië is het beste voorbeeld. De Saudi’s beschikken over een enorme hoeveelheid olie en zijn erg gehoorzaam aan de behoeften van het Westen. Er werd niets ondernomen toen zij Bahrein binnenvielen of de opstanden in eigen land onderdrukten. Over Libië, ook een olierijk land, was er wel bijna meteen een consensus: er moest ingegrepen worden. Chomsky herinnert ons dat de Amerikanen Libië in de jaren ‘80 al eens bombardeerden. Is het toeval dat Khadaffi steeds een onafhankelijke koers voer en het Westen regelmatig op stang gejaagd heeft? Volgens Chomsky blijft de conclusie voorlopig overeind: “Het Westen heeft nog nooit om humanitaire redenen ingegrepen.”

Obama erger dan Bush

Over Obama kon Chomsky geen goed woord reppen. De verkiezing van een zwarte tot president was uiteraard een mijlpaal, maar daar bleef het dan ook bij.
De twee Amerikaanse politieke partijen, de Republikeinen en de Democraten, vertegenwoordigen volgens Chomsky enkel ondemocratische elitaire belangen De strijd tussen deze belangen bereikt traditioneel een hoogtepunt tijdens de verkiezingen, wanneer de machtigste economische spelers tonnen geld investeren in de campagnes van hun presidentskandidaten. De kandidaat met de vrijgevigste sponsors wint. Obama won in 2008. Hij zet het conservatieve beleid van zijn voorgangers voort in binnen- en buitenland.

In het buitenland is Obama op vele vlakken nog erger dan Bush, aldus Chomsky. Hij verdubbelde het defensiebudget. De bouw van ‘mega-ambassades’, in feite enorme militaire bases, in Bagdad en andere steden gaat gewoon door. In Pakistan voert de president een agressief beleid waarbij dagelijks burgers om het leven komen. Obama is een uitstekende pr-man en juist dat maakt hem zo gevaarlijk. Bush vertelde de Europese leiders ronduit dat ze ‘luitenanten’ van de Verenigde Staten zijn. Obama noemt hen zijn ‘hooggeëerde’ partners maar behandelt hen dan toch als ondergeschikten. Ook in de Verenigde Staten zelf gaat het van kwaad naar erger. De hervorming van de gezondheidszorg was een flop en de economie gaat verder achteruit terwijl de banken weer winst maken. Van een Amerikaanse lente is nog lang geen sprake...

© 2011 - Verrekijkers - Dries Rombouts