De Antwerpse stadsdichteres Joke Van Leeuwen is aan haar zesde stadsgedicht toe. Ze richt zich hierbij tot de problematiek van huiselijk, intrafamiliaal geweld. Het gedicht zal voorgesteld worden op de Werelddag tegen kindermishandeling op 19 november.

Van Leeuwen geeft hiermee gehoor aan de vraag van Aleydis Ceulemans, coördinatrice van BZN Atlas, een organisatie die de wortels van huiselijk geweld wil aanpakken. “De rol van stadsdichteres geeft mij een unieke mogelijkheid om mee te werken aan projecten als dit,” zegt Van Leeuwen. “Het gedicht is er al. Nu zijn we bezig met de uitwerking en de plaatsing.”

Stamelgedicht

Om zich degelijk te informeren, deed Van Leeuwen beroep op verschillende organisaties. “De eerste stap was mezelf oriënteren,” vertelt Van Leeuwen. “Ik ben gaan praten met mensen van het observatiecentrum, het vertrouwenscentrum, psychologen en ervaringsdeskundigen. Wat mij daarbij opviel, is dat betrokkenen enerzijds wel willen dat het probleem zichtbaar is, maar dat ze er niet onverwachts willen opbotsen op straat. Dat zou te confronterend zijn.”

In de vorm van haar gedicht probeerde Van Leeuwen uit te drukken dat het niet evident is om naar buiten te treden met zoiets als huiselijk geweld. “Hier hoort geen lang, glad gedicht bij,” zegt Van Leeuwen. “Ik heb er een kort gedicht van gemaakt dat wat hakkelt. Het drukt iemand uit die geen woorden heeft voor wat hij of zij wil zeggen. Het is een beetje een stamelgedicht.”

Zonder woorden

Van Leeuwen dacht tijdens het schrijven terug aan het verhaal van een vriend die de oorlog in Sarajevo meemaakte. Terwijl allerlei schrijvers avonturenverhalen schreven zonder de oorlog te hebben gezien, vond hij als betrokkene geen woorden voor zijn ervaringen. Beetje bij beetje kon hij zijn uitdrukkingen kwijt in schilderijen, tot hij korte verhalen begon te schrijven die heel beeldend zijn gevoelens verwoordden. “Mensen hebben vaak geen woorden voor hun ervaringen,” vertelt Van Leeuwen. “De laatste zin van mijn gedicht luidt ‘Zie wat ik zeg dat ik niet zeggen kan.’ We hebben gezocht naar een presentatie die niet te veel schreeuwt. Als alles goed gaat, zal het gedicht in de stenen van het Theaterplein komen te liggen. Zo kan niemand er onverwachts tegenaan botsen.”

Symbolische vorm

De laatste zin van het gedicht zal aangebracht worden op het dak boven het Theaterplein. Mensen die onder het dak staan zullen enkel wat vlekken zien, behalve op één strategische plaats waar alles samenvalt tot de laatste zin. “De plaatsing van die laatste zin is heel symbolisch,” legt Van Leeuwen uit. “De vlekken tonen de versplintering, maar er spreekt eveneens de hoop uit dat er een punt is waar alles terug samen komt.”

Werelddag

Van Leeuwen bracht daarnaast ook een bezoek aan de Pius-X school in Antwerpen waar de leerlingen van het zesde jaar zich toelegden op het maken van filmpjes rond het thema huiselijk geweld. Deze filmpjes zullen net zoals het stadsgedicht voorgesteld worden op 19 november, de werelddag tegen kindermishandeling.

© 2008 – StampMedia – Carmen Van Oers, foto's: Michaël Vanderleyden


Dit artikel werd gepubliceerd door Gazet Van Antwerpen - Online op 14/11/2008.