© Tessa Torrekens

‘Zeven’, een voorstelling van danser en choreograaf Radouan Mriziga, ging op 17 mei in première op het Kunstenfestivaldesarts, een internationaal festival van hedendaagse kunst dat jaarlijks plaatsvindt in Brussel. Na 55 en 3600 presenteert hij nu het slotstuk van zijn trilogie. De choreograaf zet de relatie tussen dans, architectuur en bouw ook in dit stuk sterk in de verf. Mriziga, geboren in 1985 in Marokko, woont sinds enkele jaren in Brussel. Hij studeerde eerst dans in Marrakesh en Tunis, maar studeerde in 2012 af aan dansschool P.A.R.T.S in Brussel.

Waarom koos u voor cijfer zeven als de titel van het stuk?

In het algemeen werk ik altijd rond een cijfer om er alles in mijn stuk rond te organiseren. Het cijfer dient meer om het stuk samen te stellen dan als titel. Het eerste deel van de trilogie was georganiseerd rond het cijfer vijf en heette 55. Het tweede deel rond het cijfer zes en heette 3600. Nu ben ik bij cijfer zeven en heet het stuk Zeven. Hierna volgen acht en negen.

Is er een verband tussen de titel van het stuk en de duur? Het duurt 70 tot 77 minuten.

Ja, ik organiseer tijd en ruimte rond het cijfer zeven. De tijd heeft dus een band met het stuk, maar het stuk is ook opgedeeld in zeven stukken en het ritme is zeven.

Moeten we de andere delen van de trilogie zien om dit stuk te kunnen begrijpen?

Het is altijd beter om het eerste en het tweede deel te zien, maar dat is niet nodig om het stuk te kunnen begrijpen. De drie delen zijn gelinkt aan elkaar, maar elk deel ontwikkelt mijn concept op een andere manier.

Om welke connecties gaat het precies?

Een voorbeeld is constructie. In het eerste stuk start de solo met het opmeten van de ruimte en maken ze een tekening op de vloer net zoals deze, maar complexer. In het tweede stuk had ik 360 stenen waarmee drie mensen iets bouwden. In het laatste deel zijn er lichtconstructies.

Maar ik werk ook met ruimte in de drie delen. Ik bekijk hoe we de ruimte kunnen gebruiken. Zo neem ik geen object mee naar een theater. Het object moet altijd aangepast worden als we naar een ander theater trekken. Bij een volgende voorstelling kan dat er anders uitzien. De ruimte kan smaller zijn of de vorm kant een vierkant zijn.

Waar komt het idee vandaan om alles te organiseren rond een cijfer?

Mijn werk is heel complex. Je hebt het concept en in het concept heb je nog drie andere concepten. Elk deel geef ik een cijfer. Ik werk niet echt rond een cijfer, zo is het concept niet zeven. Voor dit stuk organiseer ik wel alles rond cijfer zeven omdat dat cijfer aan de beurt is. Het cijfer is slechts een hulp.   

© Tessa Torrekens

Waar haalde  u de inspiratie voor ‘Zeven’?

Ik werk rond de zeven wereldwonderen. We deden onderzoek naar de wonderen en bekeken hoe we er een stuk rond konden maken. Onze bedoeling was niet om de wonderen herop te bouwen, maar eerder de mensen over hun betekenis laten nadenken. We kunnen de Antipaters wereldwonderen ook niet nabouwen. Alleen de piramide bestaat nog, alle andere gebouwen zijn verdwenen. Daarom wisten we niet goed hoe ze werken. Dit zorgt ervoor dat er bij dit stuk ruimte is voor verwondering. Zo kun je je inbeelden wat we zouden bouwen. Ik wilde in dit stuk het thema ‘bouw’ naar een hoger niveau tillen, namelijk ingebeelde plaatsen. Ik wil de mensen laten nadenken over hoe we deze gebouwen kunnen heropbouwen.

Vanwaar uw verwondering voor architectuur?

Mijn verwondering startte vanuit wat ik met mijn lichaam kan doen om iets te bouwen. Het gaat me meer om wat ik kan doen met dans of de kennis die je met dans kan vergaren dan de dans zelf. Eerst was er de behoefte om vanuit dans visuele objecten te creëren. Om deze te kunnen maken was een zekere nieuwsgierigheid rond architectuur, design en bouw nodig. Nu ben ik vooral bezig met architectuur, maar in de ruime betekenis van het woord.

Gebruikt u enkel uw lichaam als maatstaf of werkt u ook met andere lichamen?

Ja, ik gebruik ook andere lichamen. In mijn solostukken gebruik ik mijn lichaam als maatstaf en dan bouw ik iets anders als wat we vandaag gebouwd hebben. Hier zie je dat Bruno iets gemaakt heeft met zijn lichaam. Ik zie niet alleen de ruimte als meetinstrument, maar ook de tijd zoals het ritme.

U focust vooral op tekeningen op de vloer. Is bijvoorbeeld de lucht ook belangrijk om vormen te creëren?

Ja, ook bij 3600.

Veel mensen vroegen zich af waar ze moesten gaan zitten. Is het belangrijk vanuit welke hoek je het stuk bekijkt?

Ik bouw mijn stuk altijd in een perspectief van 360 graden. In de vorm van een cirkel. Er is geen frontale kijk op het stuk en geen belangrijk perspectief. De toeschouwers moeten vanuit zoveel mogelijk hoeken naar het stuk te kijken.

Wat hebben dans, architectuur en constructie gemeen?

Ze starten allemaal vanuit het menselijk lichaam. Bij dans ben je je zeer bewust van je lichaam en wat je ermee doet. Dat is hetzelfde voor architectuur. Je bent je heel bewust van de ruimte en hoe je die ruimte wil vormgeven. Voor mij is dat de connectie tussen beide. Het menselijk lichaam blijft hét centrum van mijn werk.

Wat is de boodschap?

Moeilijke vraag. Mijn boodschap? Zorg goed voor elkaar en je lichaam…. Neen, ik weet het niet. Als je een stuk ziet, zit er nooit een boodschap in verwerkt, maar eerder veel kleinere boodschappen. Bijvoorbeeld, als je mensen samen ziet dansen of spelen is dat op zich ook een boodschap. Een boodschap zou voor mij kunnen zijn dat we connectie moeten maken met elkaar en naar elkaar moeten luisteren. Maar ook bouwen en je bewust zijn van de ruimte en de mensen rondom jou is belangrijk. Daarnaast is kennis en hoe we die produceren en delen belangrijk. Kennis kunnen we ook op andere manieren dan via de school delen, bijvoorbeeld via de kunst.

© 2017 – StampMedia – Tekst: Margot Vanlaet, Foto: Tessa Torrekens

vorige volgende