©Yves Collette

Je familie kies je niet. Het zijn vaak de mensen die voor een groot deel bepalen wie je bent. Ik ben zelf opgegroeid in een familie met een mama, een papa en twee broers. Wat ik me afvroeg is hoe de identiteit van jongeren in andere gezinssituaties wordt bepaald. Voor deze rubriek sprak ik met 8 mensen waar 7 verhalen uit voortkwamen. Ik stelde hen steeds vier dezelfde vragen.   

  1. Hoe zou jij jezelf en jouw gezin omschrijven? 
  2. Hoe denk je dat jouw thuissituatie een invloed heeft gehad op jouw (kinds) identiteit? 
  3. Denk je dat je dat je iets gemist hebt in de opvoeding (van jouw kind)? 
  4. Wat denk jij dat er positief was aan jouw (kinds) opvoeding?   

Lotte (23): "Mijn papa is al vroeg overleden en ik heb eigenlijk niets anders gekend dan de opvoeding bij mijn mama."

  1. Ik ben Lotte (Lotte is een schuilnaam, ze bleef liever anoniem), ik ben 23 jaar en ik ben opvoedster. Ik woon thuis samen met mijn mama en heb ook een zus die al het huis uit is. Mijn papa is al vroeg overleden en ik heb eigenlijk niets anders gekend dan de opvoeding bij mijn mama. Ik herinner me mijn papa ook niet meer. 
  2. Ik heb het instinct gecreëerd om te zorgen voor anderen. Mijn papa is gestorven toen ik vijf jaar oud was en we hebben toen ons hele leven moeten herschikken. Mijn mama had iemand verloren en was even niet meer 100% beschikbaar. Dat zorgde er wel voor dat mijn lagereschooltijd een heel turbulente periode was. Maar ik heb altijd geprobeerd om me sterk te houden. Daar komt ook wel mijn zorgzame karakter uit voort. 
  3. Dat is lastig om op te antwoorden omdat ik niet meer weet hoe het was met een papa. Je mist wel een vaderfiguur maar eigenlijk weet je niet goed wat dat inhoudt. Ik denk dat ik me eerder inbeeldde hoe het zou zijn met een papa: “Wat als hij er nog wel was?” Ik denk ook wel dat de roots van mijn opvoeding bij mijn papa liggen, maar zelf heb dat nooit bewust meegemaakt. 
  4. Ik hoor vaak dat ik volwassener ben dan anderen omdat ik heel veel heb meegemaakt op een korte tijd. Maar ik ben lang gepest geweest op school, wat me ook wel sterker heeft gemaakt als persoon. Ik heb wel het gevoel dat ik heel goed weet wie ik ben en het zou goed kunnen dat de dood van mijn papa daar een rol in speelt.  

Winne (16): "Wij wonen op een site waar iedereen z’n eigen huis heeft en een gemeenschappelijk paviljoen deelt."

  1. Ik ben Winne, ik ben 16 jaar en ik woon al tien jaar samen met mijn zus en mijn ouders in ‘Cohousing Vinderhoute’. Wij wonen op een site waar iedereen z’n eigen huis heeft en een gemeenschappelijk paviljoen deelt. We wonen hier met 18 gezinnen, 60 mensen in het totaal en ik vind het hier heel fijn wonen.    
  2. Cohousing leert je goed samenleven met anderen. Onze jongste bewoner is twee jaar oud terwijl de oudste met pensioen is. Ik leer hier dus mensen kennen van alle generaties, en dat is heel verrijkend. De kinderen hier in Vinderhoute hebben bijvoorbeeld gezamenlijk speelgoed waar ze samen voor moeten zorgen. Dat zorgt er wel voor dat ze respectvol met elkaar omgaan en dat is bij mij ook zo. Ik denk ook wel dat mijn social skills beter zijn dan die van anderen omdat ik heel snel met veel mensen overweg kan. 
  3. Wat je hier soms mist als je kleiner bent, is tijd voor jezelf. Vroeger ging ik altijd buiten spelen en als je daar eens geen zin in had, vonden de kinderen uit de buurt dat raar. Maar daar zijn we uitgegroeid. Momenteel heb ik zeker niet het gevoel dat ik iets mis. Tijdens de coronaperiode heb ik ook steeds buren waarop ik kan terugvallen en dat is best fijn.   
  4. Ik vind het leuk dat ik dat sociale aspect heb meegekregen. Ik heb een hechte vriendengroep kunnen opbouwen waarmee ik heel wat dingen kan delen. Je leert nieuwe mensen kennen, je hebt leuke projecten die je samen creëert zoals de boomhut die we hier met de community hebben gebouwd. Ik ben blij dat mijn ouders voor cohousing gekozen hebben en ik denk dat ik mij niet zou willen aansluiten bij de levensstijl van veel van mijn leeftijdsgenoten die eerder hangen en skaten. Ik ben liever hier om foto’s te nemen in de mooie omgeving of om te dansen met mijn buren.  

Vader Sung (45) en zoon Eujin (13): "Nadat mijn vrouw aan kanker is gestorven, ben ik met mijn zoontje terug naar België gekomen. "

  1. Mijn naam is Sung, ik ben 45 jaar en ik heb een zoon van 13 die Eujin heet. Eujin en ik zijn van Koreaanse afkomst. Toen ik mijn roots was gaan opzoeken in Korea ben ik zijn mama tegengekomen en ben ik met haar getrouwd. Nadat mijn vrouw aan kanker is gestorven, ben ik met mijn zoontje terug naar België gekomen. Ondertussen wonen we hier al bijna 11 jaar en het gaat heel goed. 
  2. Ik denk zeker dat hij een stukje identiteit van mij heeft meegekregen. De mensen die mij niet kennen vinden mij soms koel en denk dat ik dat onbewust aan hem heb doorgegeven. Daarom probeer ik hem ook meer te knuffelen. Zo maak ik er werk van om die warmte aan hem door te geven. Eujin is alleen bij mij opgegroeid. Maar ik hoop dat ik mijn normen en waarden aan hem heb kunnen doorgeven. 
  3. Eujin: Dat weet ik niet zo goed. Ik heb het nooit geweten hoe het is om opgevoed te worden door twee ouders. Maar ik heb eigenlijk nog nooit het gevoel gehad dat ik een mama miste.  
    Sung: Ik heb wel een mama gemist in zijn opvoeding. Ik mis soms iemand om beslissingen mee te nemen bijvoorbeeld. Schoolresultaten bespreek je met je zoon, maar normaal gezien praat je daar ook over met je partner. Het maakt me soms wel zenuwachtig dat ik zijn schoolsituatie niet onder controle heb. Maar het zit in mijn karakter om van alles iets positief te maken, en je leert daar gewoon mee omgaan. 
  4. Eujin: Als ik op vakantie ga bijvoorbeeld dan kost het voor ons minder geld, want wij zijn maar een klein gezin. Mijn papa is eigenlijk ook niet zo streng, maar toch wel streng genoeg bij momenten. Ik merk wel dat bij sommige vrienden de ouders strenger zijn en dat maakt wel een verschil. Daarnaast heb ik wel een sterke band met mijn papa en ik denk dat wij elkaar goed aanvoelen. Ik heb goede dingen van hem meegekregen en ik weet wat kan en wat niet.  

Heidi (42): "Pien is 8 jaar en Tijn is 5 jaar en ze zijn alle twee geboren met een anonieme donor. "

©Heidi Van Wassenhove
  1. Mijn naam is Heidi, ik ben 42 jaar en ik ben de mama van twee dochters. Pien is 8 jaar en Tijn is 5 jaar en ze zijn alle twee geboren met een anonieme donor. 
  2. Ik denk niet dat mijn kinderen zich anders profileren in de wereld dan anderen omdat ze geen vader hebben. Ik merk wel dat het voor haar niet raar is dat haar peter een vriend en haar meter een vriendin heeft. Dat past gewoon allemaal in het rijtje van ‘niet stereotiepe gezinnen’ en zij kan daar goed mee om. 
  3. Ik wist op voorhand dat ik eerlijk wou zijn tegenover mijn kinderen. Toen Pien 2,5 jaar oud was en we hier thuis zaten zei ze plots: “Ik denk dat ik papa hoor thuiskomen.” En dat overviel mij wel een beetje. Ik heb haar dan verteld dat er geen papa is en dat we met zijn tweetjes zijn. Toen ik haar wat later had uitgelegd dat ik geen papa gevonden had vond ze dat erger voor mij dan voor zichzelf. Tijn heeft wel al eens gezegd dat mocht ik een papa tegenkomen, hij vooral geen stinksokken mag hebben (lacht)
  4. Wij kunnen gemakkelijk praten over niet stereotiepe gezinnen, bijvoorbeeld over families met twee mama’s en twee papa’s. Pien heeft bijvoorbeeld wel al gezegd dat als ze zelf kinderen wil, ze daar geen papa voor nodig heeft. Ik heb haar wel verteld dat het misschien wel fijner is met een papa bij. Maar ze is daar heel stoer in: “Als jij dat kan mama, dan kan ik dat ook.” You go girl.    

Cath (18): "Nu heb ik een stabiele woonplaats maar dat is niet altijd zo geweest."

  1. Ik ben Cath (Cath groeide op in pleegzorg en bleef liever anoniem), ik ben bijna 19 en ik woon momenteel in Mortsel. Mijn gezinssituatie op dit moment? Hectisch. Ik woon bij mijn oma en mijn papa verblijft hier momenteel. Nu heb ik een stabiele woonplaats maar dat is niet altijd zo geweest. Ik heb tot mijn 11 jaar het ene jaar bij mijn mama en het andere jaar bij mijn oma gewoond. Maar nu woon ik vast bij mijn oma via pleegzorg. 
  2. Mijn gezinssituatie heeft me een andere kijk op het leven gegeven. Ik heb beseft dat hoe vaak je ook ook moet verhuizen, het niet het huis is dat je thuis maakt, maar de mensen rondom jou. Mijn oma is een sociaal iemand, als ze op stap gaat, vertelt ze vaak over vrienden die ze is tegenkomen. Dat sociale heb ik van haar. Het doorzettingsvermogen heb ik van mijn papa. Vroeger was ik geen gemakkelijke puber, ik ben veel weggelopen ’s nachts en kwam pas ’s morgens weer thuis. Maar dat gebeurt gelukkig niet meer. 
  3. Vroeger woonde ik bij mijn mama, en eigenlijk zorgde ik meer voor mijn haar dan dat zij zorgde voor mij. Soms hebben mijn vrienden ook geen besef van hoe ik iets doormaak. Dan zeggen ze soms: “Doe niet zo emotioneel, da’s niks”. Voor mijn vrienden is dat misschien niets, terwijl het voor mij wél veel uitmaakt. Ik heb minder leuke situaties meegemaakt terwijl dat niet voor mijn vrienden geldt.   
  4. Familieleden hebben mij al gezegd dat ik sterker ben geworden. Ze zeggen dan dat ze mij hebben zien opgroeien en dat ik een sterke vrouw ben. Maar dat zie ik zelf niet zo in. Ik heb ook geleerd om op mezelf te zijn. Ik vind het niet erg om alleen te diamond painten of leuke dingen te doen, en dat vind ik eigenlijk wel fijn 

Jeffrey (28): "Ik ben dus eigenlijk met een papa en drie mama’s opgegroeid."

© Jeffrey Verbeke
  1. Mijn naam is Jeffrey, ik ben 28 jaar en ik woon in Hoboken. In het dagelijkse leven werk ik als administratief bediende en ben ik vrijwilliger bij ‘OLVAC’ en ‘GEKKOO’. Mijn mama is Spaans en ik heb ook een Belgische papa. Op jonge leeftijd zijn mijn ouders uit elkaar gegaan omdat mijn moeder lesbische is geworden. Ik ben dus eigenlijk met een papa en drie mama’s opgegroeid. 
  2. Mijn moeder en vader waren allebei de minst strenge ouder in hun nieuwe gezinnen. Dat heeft wel iets met mij gedaan. Ik ben streng opgevoed en ben daar trouwens dankbaar voor. Als mijn ouders niet waren gescheiden dan had ik waarschijnlijk veel lakser en losser in het leven had gestaan. Mijn ‘echte’ ouders lieten mij gewoon alles doen. Wie weet was ik dan in de drugswereld beland. Dat is wel heel extreem, maar je weet nooit. 
  3. Het is gewoon gemakkelijker als je ouders niet gescheiden zijn. Ik moest op vrijdag met twee zakken naar school en dan op de bus om van ouders te wisselen, omdat mijn ouders elkaar niet meer willen zien. Als ik ooit met mijn voetbalploeg kampioen kan spelen, dan vraag ik mijn ouders of ze willen komen kijken. De eerste reactie die ik dan zal krijgen is de vraag of de andere ouder komt. Als mijn mama komt, komt mijn papa niet en andersom. Dus als ik ooit trouw, of als mijn kind wordt gedoopt, dan komen ze voor mij allebei, of ze komen gewoonweg niet. Simpel. 
  4. Ik bekijk het feit dat mijn mama uit de kast is gekomen zeker als iets positiefs. Ik ben er trots op dat mijn moeder ervoor uitkomt. Achteraf gezien ben ik ook heel dankbaar voor de opvoeding die ik van de vriendin van mijn moeder heb gekregen want zij was de strengste van allemaal. Voor haar moesten de punten op school ook altijd goed zijn, voor later. Als ik met een vier thuiskwam, zei mijn moeder: “ça va nog”, terwijl Vicky dan zei dat een vier niet goed was. 

Edwin (52): "Ons geloof is gebaseerd op teksten in van 5000 jaar geleden, waarin veel info wordt gegeven over yoga, reïncarnatie enzovoort."

  1. Mijn naam is Edwin, ik ben 52 jaar oud, ik ben geboren in Nederland en woon al 30 jaar in Antwerpen. Momenteel werk ik voor een multinational. Ik ben getrouwd en heb een zoontje Kyran (8). 32 jaar geleden ben ik in contact gekomen met Khrishna en Bewustzijn. Ons geloof is gebaseerd op teksten in van 5000 jaar geleden, waarin veel info wordt gegeven over yoga, reïncarnatie enzovoort. Wij wonen dicht bij de Rhanadesh tempel in de Ardennen en mijn zoon gaat nu naar een Franstalige school in de maatschappij. 
  2. Een belangrijk aspect van ons geloof is onder andere het vegetarisme, omdat dat direct gelinkt is aan geweldloosheid. Kyran heeft nog nooit vlees gegeten. Hij krijgt ook een filosofie mee over Karma en over het verschil tussen lichaam en ziel. Wij proberen hem spirituele kennis mee te geven op een heel speelse manier, met respect voor wie hij is als persoon. 
  3. Ik denk in ons geval niet omdat hij midden in de maatschappij zit. Hij gaat ook naar school met kinderen die niets met Khrishna en Bewustzijn te maken hebben. Hij zit ook op judo en op klimmen. We proberen zo veel mogelijk leuke activiteiten met hem te doen. 
  4. Ik heb het gevoel dat Kyran respect heeft voor anderen. Als er iemand op school gepest wordt, kiest mijn zoon voor de kant van de gepeste. Als hij zelf eens gemeen is dan beseft hij ook dat hij te veel aan zichzelf dacht. Ik denk dat hij over het algemeen maar 5% puur met het spirituele bezig is, maar dat stukje heeft wel een grote invloed op zijn identiteit.   
© Saar Van Olmen
vorige volgende