© Pixabay

Kan je nog onzichtbaar worden nu we 24/7 geconnecteerd zijn en camera's ons volgen van koffieshop tot laptop? Deze student ging offline en voelde zichzelf stilaan vervagen.

We laten sporen achter. Persoonlijke informatie is een munteenheid geworden. Vele sites prijzen gratis voordelen aan: chatten met vrienden, filmpjes kijken, ongefilterde meningen geven en krijgen. Je moet alleen even een account aanmaken. Je e-mail ingeven, waar je naam in voorkomt, zodat mensen weten dat jij het bent, en een wachtwoord verzinnen. Soms geef je ook je telefoonnummer, als veiligheidsvoorwaarde of gewoon om bereikbaar te zijn. Het lijkt onschuldig allemaal. Beetje bij beetje post je meer over jezelf en neemt de stapel accounts toe. Valt deze berg aan informatie nog te ondergraven? Kan je ooit weer onzichtbaar worden?

Proef op de som

Ik verwijder zo goed en zo kwaad als het kan zoveel mogelijk van mijn online aanwezigheid. Mijn Twitter, Facebook en Linkedin-accounts gaan voor de bijl. Ze zijn stuk voor stuk verdrietig om me te zien vertrekken. 'We hope you come back soon.' Facebook blijft positief. 'Sorry to see you go. #Goodbye', klinkt het al iets finaler bij Twitter.

Dit is natuurlijk nog maar de eerste stap. Zowel Twitter als Facebook deactiveren je account eerst. Dit betekent dat niemand die accounts nog zou mogen kunnen zien, maar wel dat al je gegevens nog ergens worden bewaard. Zelfs als je besluit alles permanent te verwijderen, dan houdt Facebook je foto's, berichten en filmpjes nog dertig dagen bij. Je moest je maar eens bedenken.

Met dit in het achterhoofd falsifieer ik wat informatie van mijn profielen. Mijn persoonlijke e-mailadres is het belangrijkste account wat ik behoud. Dus maak ik een ander vervalst e-mailadres aan en geef dat op als primair adres. Voor dat uitzonderlijke uitstapje naar internet installeer ik een gratis VPN, een virtual private network dat je IP-adres moet verbergen. Ook de cookies en automatisch opgeslagen wachtwoorden probeer ik te verwijderen.

Ik delete enkele apps van mijn telefoon, zorg dat de gps niet aan staat, deactiveer de simkaart en zet hem zo weinig mogelijk aan. Tot slot besluit ik te werken op de computer van een vriend; zelfs Word – de tekstverwerker – is tegenwoordig online.

Camera’s en voetsporen

Hoeveel vergeten accounts van mij zweven er nog rond? En welke data? Wat met mijn identiteitskaart, online banking, mijn medische informatie bij de dokter en tandarts, of recensies die ik ooit achterliet? Zo spoken er nog veel vragen door mijn hoofd, want ik ben nooit echt voorzichtig geweest. Een waterdichte oplossing om offline te gaan lijkt onbegonnen werk.

Ietwat terneergeslagen laat ik mijn computer voor wat hij is en ga inkopen doen. Buitenshuis trek ik mijn kap tot ver over mijn oren. Ik wil niet op beeld te vangen zijn. Het is vijf minuten wandelen naar de winkel. Er zijn twee camera’s onderweg waarvan één mij de straat doet oversteken. In de winkel zelf zijn de camera's onvermijdelijk. Ik doe mijn best om mijn hoofd naar beneden te houden. Maar terwijl ik inspecteer of de broccoli van goede kwaliteit is, dwalen mijn ogen af naar boven en kijk ik recht in een lens.

Om gek van te worden

Terug thuis googel ik mijn naam om te zien of mijn inspanning vruchten afwierp. In Google blijven de meeste links wel staan. Ook hier duurt het even vooraleer het web je wil laten gaan. De zoekrobot heeft niet meteen door dat mijn vermelde Linkedin-profiel niet meer bestaat. Of hij doet alsof. Dat kan hij goed.

Eén ding is zeker: offline gaan kost tijd en moeite. Wie niet vies is van ironie, kan online hulp vinden om de overstap te maken. Via sites als DeleteMe kan je jezelf opsporen en uitwissen. Je moet wel eerst een account aanmaken natuurlijk.

Zelfs met amper twee dagen op de teller in mijn kleine experiment steekt een gevoel van isolement de kop op. Het heeft iets vervreemdend om in zo’n korte tijd veel van mijn gewoontes niet alleen de rug toe te keren, maar ze ook te gaan wantrouwen. Het begint te dagen dat ik een hybride wezen ben, net als zoveel moderne mensen. Zo proberen we een evenwicht te vinden tussen online en offline, en dat is niet vanzelfsprekend. Als je te veel naar de ene of de andere kant overhelt, dan raken je eigen waarden en motivaties los van wat de maatschappij verwacht. Of op z'n minst van het idee dat we zelf hebben over welke verwachtingen die maatschappij erop nahoudt.

Bovendien is die balans tussen online en offline niet universeel, maar wel persoonlijk. Zou ik nooit Twitter of Facebook gehad hebben, dan was er geen vuiltje aan de lucht. Ik stond echter wel in die (virtuele) wereld. Het beeld dat ik gevormd heb van de samenleving, steunt ook daarop.

Natuurlijk kan ik dat beeld aanpassen. Als ik echt onzichtbaar wil worden, dan moet ik mijn verhouding tot de samenleving durven herbekijken. Zolang ik maar blijf bestaan.

Disclaimer: dit artikel gaat over privacy en maakt deel uit van de PIDmag Privacy, gemaakt door de studenten van de Master Journalistiek aan de KU Leuven campus Sint Andries. 

Voor een collectief gevoel van anonimiteit besloten de studenten de artikels niet te ondertekenen. 

vorige volgende