Het debat over ritueel slachten is deze week opnieuw opgeflakkerd. Verschillende kranten kopten dat moslims in ons land ‘woedend’ zijn op Vlaams minister van Dierenwelzijn Weyts, met als exponent ‘Moslims verklaren Weyts oorlog’. “Tijd om het debat weer op de rails te krijgen”, duidt Khalid (21) in onderstaande analyse, waarin hij betwijfelt dat het verbod “moet van Europa”.

Over zes weken vieren honderdduizenden Vlaamse moslims het Offerfeest. Traditiegetrouw hoort daar weer de maandenlange ophef rond het onverdoofd slachten van het offerdier bij. Zeker nu Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) heeft beslist om het onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren te verbieden, dreigt het offerfeest een bittere nasmaak te krijgen. 

Ingebrekestelling

Sinds de dag dat minister Weyts zijn beleidsnota bekendmaakte, waren verschillende moslimorganisaties vragende partij om een constructieve dialoog op te starten met de minister om zo gezamenlijk naar een oplossing te zoeken. Die kwam er volgens 48 moslimorganisaties niet of nauwelijks, dus voelden zich uiteindelijk gedwongen om die dialoog te forceren via het gerecht, met een ingebrekestelling als logische eerste stap.

De moslimorganisaties klagen niet zozeer de maatregel op zich aan, maar ze zijn vooral misnoegd over de houding van minister Weyts. Die legt volgens hen niet de nodige verantwoordelijkheid, transparantie en openheid aan de dag om tot een oplossing te komen voor het aankomende Offerfeest.

Aan die genuanceerde feiten hebben sommige media natuurlijk niets. In de naam van het dierenwelzijn is dit onderwerp al jaren een dankbaar recept om spanningen tussen bevolkingsgroepen verder op te drijven en een religieuze minderheid te criminaliseren. Tijd om het debat weer op de rails te krijgen en ons af te vragen: is er geen uitweg?

Europees dictaat?

Weyts stelde begin dit jaar het onverdoofd slachten van dieren op tijdelijke slachtvloeren te zullen verbieden. In verschillende debatten verdedigde de minister zijn beslissing, ook al staat er in zijn beleidsnota uitdrukkelijk dat in erkende slachthuizen het onverdoofd slachten wél mogelijk blijft.

Minister Weyts begint zijn betoog gewoonlijk met een soort van spijtbetuiging, als zou hij met tegenzin de maatregel genomen hebben. Het is een Europese richtlijn die hem dat oplegt. Ratificeert hij als hij bevoegde minister van Dierenwelzijn de vermeende Europese verordening niet, dan zou tegen hem een proces worden aangespannen die dierenrechtenorganisaties “met de vingers in de neus zullen winnen”, aldus de minister.

Bij die bewering kunnen vraagtekens gezet worden. Het is inderdaad zo dat,in de Europese verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden, het onverdoofd slachten enkel in officiële slachthuizen wordt toegelaten. Het is naar deze verordening waar de minister van Dierenwelzijn in al zijn media-optredens verwijst.

Wat hij er echter niet bij vertelt is dat die verordening clausules bevat (zie onderaan, red.) die nog altijd een zekere mate van autonomie overlaat aan de nationale overheden. Daarbij heeft de minister bijvoorbeeld de bevoegdheid om de tijdelijke slachtvloeren in een overgangsregeling te behouden, mits ze beter te faciliteren. Op lange termijn zou de minister het best voor een grotere capaciteit zorgen in erkende slachthuizen.

Een derde optie is dat de minister het onverdoofd slachten inderdaad kan erkennen als culturele traditie, wat de 48 moslimorganisaties onder meer hebben opgenomen in hun ingebrekestelling.

Totaalverbod

De minister stelde ook te overwegen om te evolueren naar een totaalverbod. Maar komt dat er echt, of zegt hij dat doelbewust, om bijvoorbeeld dierenrechtenorganisaties te paaien? Feit is dat de moslimgemeenschap bij een totaalverbod geen heil vindt in de bouw van nieuwe erkende slachthuizen. Iets wat ze misschien al lang had moeten doen, dan was er ook deze week geen polarisering mogelijk geweest.

Minister Weyts weet wellicht ook dat een totaalverbod niet wenselijk is. Vandaar dat hij al sinds de eerste aankondiging van het verbod een theologisch staartje aan zijn betoog breidt – scheiding van kerk en staat, weet u wel. Daarbij tracht de minister het ‘onverdoofd slachten’ of zelfs het slachten tout court, van haar ‘wezenlijk karakter’ te ontdoen. Zo kan een totaalverbod niet worden beschouwd als een inbreuk op de vrijheid van godsdienstbeleving.

De minister verwijst gretig naar het buitenland, waar in sommige landen verdoofd slachten de norm is. Verder verwijst hij ook vaak naar andere alternatieven, zoals het geven van giften in plaats van het offeren van een schaap.

Het zou de minister echter sieren mocht hij de jurisprudentiële kwesties overlaten aan de bevoegde Raad van Theologen van ons land. Maar daarvoor is er dialoog nodig – en net daar wringt het schoentje dus.

Wat viseert de minister?

De moslimgemeenschappen blijven met veel open vragen zitten door de dubieuze houding van de minister en zijn gebrek aan openheid. Vandaag is nog steeds niet duidelijk wat de minister nu eigenlijk viseert. Als het louter de tijdelijke slachtvloeren zijn, dan is een uitbreiding van de bestaande capaciteit in de huidige officiële slachthuizen de beste oplossing. Eventueel kunnen de moslimgemeenschappen dan ook zelf mee investeren in de bouw van nieuwe erkende slachthuizen.

Viseert de minister echter het onverdoofd slachten tout court, zowel binnen als buiten erkende slachthuizen, zowel op eigen bodem als via import? Dan doet hij er goed aan om op te houden met het spuien van verwarring en moet hij daarover gewoon klaarheid scheppen. Zo weten de betrokken gemeenschappen en sectoren ten minste waaraan en waaraf.

Eens er een totaalverbod komt, zal het aantal deelnemers aan dit debat meteen uitdijen. De joodse gemeenschap kan dan ook niet langer koosjer eten - de vleesindustrie zal op zijn achterste poten staan. Het debat zal zich dan waarschijnlijk verplaatsen van de tv-studio’s naar de rechtszaal...

Clausules bij de Europese verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden:

1. “In Protocol nr. 33 wordt de noodzaak onderstreept om bij het opstellen en uitvoeren van het communautaire beleid inzake onder andere de landbouw en de interne markt, de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen en gebruiken van de lidstaten te respecteren met betrekking tot religieuze riten, culturele tradities en regionaal erfgoed. Het is derhalve wenselijk om culturele evenementen van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten indien de naleving van de vereisten voor het dierenwelzijn een negatief effect zou hebben op het wezenlijke karakter van het betreffende evenement.”

2. “In Richtlijn 93/119/EG is een uitzondering toegestaan voor het bedwelmen bij religieuze slachtingen die in slachthuizen plaatsvinden. Aangezien de communautaire voorschriften die van toepassing zijn op religieus slachten, afhankelijk van de nationale contexten verschillend zijn omgezet en gezien het feit dat in de nationale regels rekening wordt gehouden met dimensies die verder gaan dan het doel van deze verordening, is het van belang dat de uitzondering op het bedwelmen voorafgaand aan het slachten gehandhaafd blijft; hierbij behouden de lidstaten echter een bepaalde mate van subsidiariteit. Deze verordening respecteert derhalve de vrijheid van godsdienst, evenals het recht voor iedereen om zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uitdrukking te brengen in erediensten, in onderricht, in de praktische toepassing ervan en in het onderhouden van geboden en voorschriften zoals verankerd in artikel 10 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.”

© 2015 – StampMedia – Khalid El Jafoufi


Dit artikel werd gepubliceerd door Knack.be op 08/08/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door Apache.be op 10/08/2015
Dit artikel werd gepubliceerd door DeRedactie op 11/08/2015