YOLO, selfie, fixen of chillen: iedereen heeft deze woorden wel eens horen vallen. Op de bus, toevallig op straat, overal. Het zijn woorden die gebruikt worden door de jongeren van vandaag. "Taalgebruik is voor jongeren dé manier om te laten zien wie ze zijn of wie ze willen zijn."

Wat moeten we verstaan onder jongerentaal en waarom wordt het gebruikt? Hiervoor gingen we te rade bij Jürgen Jaspers, professor aan de Université Libre de Bruxelles. “Jongerentaal is een fenomeen waarbij jongeren actief experimenteren met de taal die ze van hun voorgangers overerven”, stelt Jaspers. “Bij dit proces geven jongeren zich vaak voluit en komt dit met momenten soms opzichtig over.”

Hoe dat komt? ”Taalgebruik is voor jongeren dé manier om te laten zien wie ze zijn of wie ze willen zijn. Maar ook om te tonen bij wie ze al dan niet horen. Ze nemen dingen over, imiteren en geven een draai aan dat wat al bestaat. Op die manier krijgen woorden soms een andere betekenis. Zo betekende ‘bangelijk’ vroeger dat je iets angstaanjagend vond.”

Symbolische grens

Je zou denken dat verbondenheid hierbij een belangrijke rol speelt, maar toch is dat niet het geval. “Veel jongeren willen net niet bij elkaar horen, zo dient taal – net als kledij, een kapsel of muziek – om een symbolische grens te trekken tussen ‘leuke’ en ‘minder leuke’ jongeren”, legt Jaspers uit.

Jongeren halen hiervoor hun inspiratie bij wat ze terugvinden in de wereld van de volwassenen. Jongerentaal hoeft dus in principe niets te maken met jong zijn. Het heeft eerder te maken met wat jongensachtig of meisjesachtig is, gezagsgetrouw of rebels, rijk of marginaal. “Het is stuk voor stuk geïnspireerd door hoe jongeren kijken naar de wereld waar ze later een rol willen in spelen”, aldus Jaspers.

Iets van alle tijden

Vandaag de dag spreken jongeren echter niet meer over een ‘knalfuif’ of ‘fijn!’. Een deel van wat jongeren vandaag met taal doen, komt volgens Jaspers uiteindelijk in het taalsysteem van volwassenen terecht wanneer die jongeren wat ouder worden. Wat betekent dat de jongerentaal 'van vroeger' soms het 'normale' taalgebruik is geworden waarmee we de jongerentaal 'van vandaag' vergelijken.

Naarmate jongeren ouder worden nemen ze dus het grootste stuk van hun taalgebruik mee. Tegelijk laten ze dingen achter, zoals woorden of uitdrukkingen die alleen op een bepaald moment in een bepaalde vriendenkliek werden gebruikt of omdat ze de vrienden niet meer zien met wie ze die woorden gebruikten.

“Bovendien vinden die ouder wordende jongeren het ook vaak interessant om zich voortaan als volwassene te presenteren, als teken van het feit dat ze nu 'echt' in de wereld staan, wat kan betekenen dat je typische – door volwassenen als jongerentaal betitelde – woorden achterlaat, en sterk investeert in allerlei taalgebruik dat bij je beroep hoort”, besluit Jaspers. Ook volwassenen zijn dus actief bezig met taal, vandaar dat je haast blindelings het taalgebruik van voetballers en politici kan onderscheiden.

© 2015 – StampMedia – Tekst: Thomas Verstrepen, Foto: Stefan Lambrechts


Dit artikel verscheen eerst op Antwerpen.be.