© Marlon van Dijk

Ingrid De Jonghe wil haar vzw TEJO, ‘Therapeuten voor jongeren’ uitbreiden met zes extra huizen. Sinds 2010 geeft Ingrid De Jonghe met haar vzw gratis therapeutische hulpverlenging aan jongeren. De barones en oud-juriste schreef haar ervaringen van de afgelopen negen jaar neer in het boek ‘Verlies ze niet! Een pleidooi om anders om te gaan met jongeren’. 

TEJO Antwerpen is gevestigd in een oud zestiende eeuws hoekpand in de Bredestraat. Jongeren tussen tien en twintig jaar kunnen hier anoniem, vrijblijvend en gratis terecht voor een therapeutisch gesprek. “Met mijn professionele ervaring binnen de jeugdadvocatuur merkte ik dat de psychologische jeugdhulpverlening totaal ontoereikend was, met wachtlijsten van wel één of twee jaar. Ik ben toen pedagogiek, psychologie en therapie gaan studeren om echt iets innovatiefs te kunnen starten,” aldus De Jonghe.

Hoe verloopt een therapeutisch gesprek bij TEJO?

Allereerst zijn wij laagdrempelig. Jongeren kunnen met of zonder afspraak terecht, en volledig anoniem. Wij vragen bij het binnenkomen alleen om een voornaam. Jongeren krijgen hier therapeutische ondersteuning in een tiental sessies van een uur, steeds van dezelfde therapeut. Ik zeg tiental, want sommige jongeren hebben aan vijf sessies genoeg om weer ‘on the road’ te komen, terwijl zeer ernstige gevallen meer nodig hebben. Acht op de tien jongeren die hier binnenkomen kunnen wij zelf helpen. De anderen helpen wij ook, maar zij worden ondertussen wel op een wachtlijst van de CGG (Centrum Geestelijke Gezondheid) geplaatst zodat de professionele hulp naadloos kan aansluiten. 

Bij het eerste gesprek bekrachtigen wij altijd dat het knap en moedig is om binnen te stappen. Zo voelen ze zich blij omdat ze hulp hebben gezocht. Het is mooi als je in het eerste gesprek meteen een klik hebt. Wij beginnen altijd met de ‘tovervraag’: stel je kan toveren, wat wil je dan anders in je leven? Je merkt dat jongeren heel goed kunnen formuleren dat ze willen dat het pesten ophoudt. Aan de hand daarvan kunnen wij heel oplossingsgericht werken.

Wanneer jongeren aankloppen om hulp krijgen ze vaak te horen “Kom over een jaar maar terug"

In uw boek bent u kritisch naar het Belgisch beleid over jeugdhulpverlening. Is dat ook één van de kerntaken van TEJO?

Ja, in de loop van de jaren hebben we steeds meer functies bijgenomen. Activisme is er daar één van. Ik meen echt dat de hulpverlening nu niet helemaal deugt en voor verbetering vatbaar is. Ook al zouden er nu meer financiële middelen voor psychische welzijn komen blijft het nog steeds ontoegankelijk. Wanneer jongeren aankloppen om hulp te vragen krijgen ze vaak te horen “Kom over een jaar maar terug". Dan komt de hulpverlenging veel te laat en is vaak niet meer gepast. Op een jaar is de hulpvraag alweer veranderd. 

Ik geef natuurlijk wel kritiek op het beleid, maar heb niks geschreven waarvan ik denk dat het niet klopt. Hulpverlening is heel bureaucratisch en je bent veel tijd kwijt met vergaderen en verslagen maken. Ondertussen geef je wel geen hulpverlening.

En merkt u dat politici en beleidsmakers deze boodschap overnemen?

Ik hoop dat dat nog gaat komen. Ik heb Jo Vandeurzen (Vlaams Minister van Welzijn) een boek gestuurd, maar heb nog niks gehoord. Hij gaat natuurlijk ook de fakkel doorgeven na de volgende verkiezingen. Het zou wel eens kunnen dat er dan een heel andere koers komt. 

Hoe ging het schrijven van het boek? 

Zwaar! Ik moest het combineren met het geven van therapie en lezingen. Ik gaf tot vorig jaar ook les. Maar het is wel een mooie combinatie. Wij zeggen dat er iets moet veranderen, maar handelen in de tussentijd ook.

Welke problemen komt u vaak tegen in de praktijk?

Van de top tien problematieken die hier binnenkomt staat op nummer één relatieproblemen, met ouders, familie, docenten of vrienden. We zien ook veel jongeren met depressieve gevoelens en een laag of afwezig zelfbeeld, maar ook met levensstress. Eigenlijk zien wij al negen jaar hetzelfde. Wel zien we dat automutilatie is toegenomen.  

© Marlon van Dijk

Een van de oorzaken die u aanwijst in het boek is de maatschappelijke druk. Men moet maar presteren. Als de oorzaak op die schaal ligt, kunnen wij dan wel zelf iets preventiefs doen om deze problemen te voorkomen?

We moeten als maatschappij vooral realiseren dat de omgeving is veranderd qua snelheid en technologische mogelijkheden. Maar als mens zijn we in essentie niet veranderd, we hebben nog steeds behoefte aan warme contacten en een gesprek. De verbindingen die er in de vroegere samenleving bestonden, waren veel hechter dan nu. Veel jongeren geven hier aan dat er geen tijd is om gewoon even rustig te praten. 

Ik heb dit boek geschreven omdat ik eigenlijk vind dat iedereen, jij en ik, in de mogelijkheid zijn om iets te doen voor jongeren. Daar hoef je geen hulpverlener voor te zijn. Je moet gewoon op een rustige en serene manier met jongeren in gesprek gaan en positieve aandacht hebben. Veel jongeren houden zaken die ze meemaken voor zichzelf, waardoor het probleem vaak erger wordt. Jongeren moeten daar niet mee blijven zitten maar iemand opzoeken om mee te praten.

Is dat ook de ‘altruïstische levenshouding’ waarover u schrijft?

Kijk, ik ben helemaal doordrongen van alles wat ik doe, altijd al geweest. Door dat enthousiasme kan ik andere helpen. Het is belangrijk om je eerst zelf goed te voelen zodat je wat reserves hebt waarmee je andere kunt gaan helpen. Altruïsme betekent eigenlijk dat je empathisch kunt aanvoelen dat iemand hulp nodig heeft en daar ondersteuning aan geven. Niet mee gaan zitten wenen, maar positief ondersteunen zonder daar iets terug voor te verwachten.

"Veel jongeren geven aan dat er geen tijd is om gewoon even rustig te praten."

Wat zijn de toekomstplannen voor TEJO?

Ik zou graag verder willen uitbreiden. We hebben nu twaalf TEJO's in Vlaanderen en één in Nederland. We zijn nu voorbereidingen aan het treffen voor een TEJO-huis in Hasselt, Leuven en Schaarbeek. Liefst wil ik nog verder uitbreiden binnen Nederland en minstens twee huizen in Brussel opzetten.

Ik zit zelf in de psychologenkring van Antwerpen centrum en vraag daar wel eens of er mensen zijn die mee willen helpen als vrijwilliger. Vaak wilt er niemand, en dan denk ik: “Wat is het nu om je twee uur in de week te engageren?" Gelukkig zijn er veel mensen die dat wel doen, maar het zouden er veel meer mogen zijn. De bedoeling is echt dat we jongeren terug in hun sterkte plaatsen, want iedereen heeft een zekere veerkracht.

vorige volgende