© Caro Verschueren

Volgens een studie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben 1 op 4 vrouwen al te maken gehad met partnergeweld. Dat geweld kan fysiek, maar ook emotioneel zijn. Caro Verschueren (19) getuigt over hoe ze jarenlang samenleefde met een agressieve en manipulatieve stiefvader. Enkele maanden geleden trokken ze de deur achter zich dicht en kozen ze voluit voor hun vrijheid.

“Ongeveer acht jaar geleden zocht W. toenadering tot mijn mama. Ze kenden elkaar al sinds hun jeugdjaren, maar waren elkaar uit het oog verloren. Niet veel later sloeg de vonk over en werden ze een koppel. Maar hij vertelde toen niet dat hij al een relatie en twee kinderen had.” Dat bleek onmiddellijk de eerste red flag te zijn. 

Er was aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht. W. plaatste de moeder van Caro op een voetstuk en ook Caro zelf kwam goed overeen met haar nieuwe stiefvader. “Ik vond hem een toffe man. Ik heb hem zelfs ‘papa’ willen noemen, aangezien ik geen nauwe band met mijn echte vader heb.”  

Maar de problemen lieten niet lang op zich wachten. Ongeveer twee jaar nadat W. in Caro’s leven kwam, gingen ze samen op reis naar Italië. “Op die vakantie brak de hel los. Mijn moeder en W. konden heftig ruzie maken. Hij deinsde er niet voor terug om grove uitspraken te doen of mijn moeder uit te schelden. En mij liet hij om een banale reden op een snikhete zolder slapen. Vanaf dat moment werd ik bang van hem. Ik dacht dat hij mij, of mijn moeder, nooit fysiek zou mishandelen, maar plots was ik daar niet meer zo zeker van. We voelden ons niet meer veilig, dus zijn we eerder teruggekeerd naar België.”   

“Ik dacht dat hij mij, of mijn moeder, nooit fysiek zou mishandelen, maar plots was ik daar niet meer zo zeker van”

Narcist

Volgens Caro was W. heel manipulatief. “In zijn hoofd was hij altijd de enige die het juiste dacht of deed. Hij had commentaar op alles, was heel onvoorspelbaar en licht ontvlambaar. Als iets hem niet zinde, dan ging hij roepen en tieren. We konden niet zomaar doen wat we wilden, uit angst dat hij razend zou worden. Tegenover anderen deed hij zich altijd heel sympathiek en joviaal voor, maar hij was een wolf in schaapskleren. Eigenlijk was hij een narcist.”

Het keerpunt kwam er wanneer hij Caro persoonlijk aanviel. “Ik had al langer het gevoel dat hij mij controleerde. Op een avond zat ik in de auto met iemand te praten. Ik had een mondmasker op en zij niet. Toen ik binnenkwam, werd hij razend en kreeg ik allerlei verwijten naar mijn hoofd geslingerd. Hij had mij de hele tijd in het oog gehouden.” Het werd er niet beter op. “Hij zei altijd dat ik dom was en niets kon. Ik moest het bijna dagelijks aanhoren, waardoor ik op de duur niets meer durfde te zeggen. Daardoor heb ik een minderwaardigheidscomplex gekregen. Ik studeer nu farmacie, maar vaak denk ik dat ik die studierichting gekozen heb om hem te tonen dat ik niet dom ben en niet omdat ik het zelf zo graag wil.”   

“Ik begon zaken op te nemen via mijn telefoon, omdat ik bang was dat het ooit tot in de rechtbank zou komen”

Gevlucht

De situatie thuis werd onhoudbaar. De ruzies werden steeds heftiger, tot op het fysieke af. “Ik begon zaken op te nemen via mijn telefoon, omdat ik bang was dat het ooit tot in de rechtbank zou komen. Ik wilde bewijs dat hij de schuldige was.” Caro en haar moeder dachten eraan te verhuizen en stiekem zochten ze naar een nieuwe woonst. “Toen we iets gevonden hadden, begonnen we onopvallend kleine dingen naar onze nieuwe woning te brengen. Hij zag mama hier en daar zaken inpakken en wanneer hij doorhad dat een scheiding onafwendbaar werd, is er iets in zijn hoofd geknapt. Hij heeft mijn mama op de grond gewerkt en haar aan haar polsen via de garage naar buiten gesleurd. Mijn mama is toen naar de buren gelopen, die de politie hebben gebeld. Op dat moment wisten we: nu moeten we hier echt weg.” 

Caro wilde niet dat W. hun verhuizing op een manier zou kunnen tegenhouden. “Daarom besloten we alles op één dag te verhuizen, terwijl hij aan het werk was. We hebben gewacht tot hij de hoek om was, een verhuiswagen gevuld en alles naar onze nieuwe woonst gebracht. Alles moest stiekem gebeuren, want hij mocht ons adres niet te weten komen.”  

Eind goed, al goed?

Caro en haar mama wonen nu een aantal maanden alleen. “Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Ik voelde me hier heel snel goed. Het doet ons beiden veel deugd dat we opnieuw volledig onszelf kunnen zijn. Mijn mama zei wel eens dat ze mij door W. niet volledig heeft kunnen opvoeden zoals zij dat wou. Hij vond zijn manier van opvoeden de enige juiste, waardoor hij voortdurend kritiek had op mijn mama als zij iets toeliet of me op de vingers tikte. Hij misbruikte onze ruzies ook. Als we nu eens kibbelen, tillen we er veel minder zwaar aan. Hij kan ons toch niets meer maken.”

Caro is nog steeds op haar hoede. “Ik merk dat ik vaker over mijn schouder kijk. Ook begint mijn hart vaak sneller te kloppen als ik een auto zie die lijkt op de zijne. Dan bekijk ik snel de nummerplaat. Maar echt bang ben ik niet.”  

“Ik voel me nu echt vrij. Voorheen moesten we altijd rekening houden met hem wanneer we iets wilden doen. Als ik nu een vriendin wil uitnodigen, dan kan dat. Dat was bij W. altijd een probleem. Het voelt aan als een luxe, terwijl ik weet dat dat geen luxe hoort te zijn. Eindelijk hebben we opnieuw de vrijheid die we jaren hebben gemist.”     

vorige volgende