© Hanne Akkermans

Hoewel er de laatste jaren meer ruimte lijkt te zijn in de media voor gesprekken over eetstoornissen, ligt de focus steevast op meisjes en vrouwen. Ondanks die positieve evolutie, lijken mannen uit de boot te vallen.  

Uit academische studies blijkt dat eetstoornissen bij mannen lang beschouwd werden als zeldzaam en atypisch. Het aantal diagnoses bij mannen blijft dan ook eerder gering. Slechts één op de tien personen met een eetstoornis is een man. Ward Bruneel (19) en Lukas Heylen (24) doen hun verhaal. Hoezeer hun getuigenissen ook lijken te verschillen, toch is er een belangrijke overeenkomst.   

© Ward Bruneel

Ward Bruneel (19) studeert Rechten aan de Universiteit van Gent en is sinds het vijfde middelbaar in behandeling voor anorexia nervosa onder begeleiding van een diëtist en een psycholoog. Op 17-jarige leeftijd begon zijn eetstoornis zich te ontwikkelen. “Ik werd enorm perfectionistisch, keek voortdurend in de spiegel en vond mijn wangen te dik. Het was nooit goed genoeg.”

Hoewel Bruneel een gezonde jongen was met een gemiddeld gewicht, begon hij vanaf dat moment op zijn eten te letten en obsessief te sporten. Toen hij op kot ging in Gent, in volle coronacrisis, ging zijn situatie nog verder achteruit. Hij verloor nog meer gewicht en stortte zich volledig op zijn studie. “Ik zoek een toevlucht in mijn schoolwerk, zodat ik niet er niet voortdurend aan moet denken. Tijdens de examens ben ik veel minder met eten bezig omdat ik me dan echt focus op het studeren."

"Mijn perfectionisme verschuift eigenlijk gewoon tijdelijk weg van voeding naar mijn studies. Ik zou zeggen dat mijn eetstoornis vooral gaat over de angst om controle te verliezen. De diëtiste heeft nu een eetschema opgesteld voor mij, wat me wel een goed en geruststellend gevoel van controle geeft.”  

"Een eetstoornis is een heel krachtig signaal: ‘Kijk, het gaat niet goed met mij"
- Anke Tielemans (klinisch psycholoog)

Anke Tielemans, klinisch psycholoog op de afdeling eetstoornissen in de Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie (UKJA) in Antwerpen, benadrukt de rol van controle als één van de oorzaken bij het ontwikkelen van een eetstoornis. “Bij een eetstoornis wordt de nadruk meestal gelegd op het feit dat die persoon weinig of amper eet, terwijl het daar vaak niet om draait. Het gaat eerder om hoe je je voelt: de angst om er niet bij te horen, de angst om niets waard te zijn of de angst om de controle kwijt te geraken. Eten is dan een manier om daarmee om te gaan. Een eetstoornis is een heel krachtig signaal: ‘Kijk, het gaat niet goed met mij.’”

Psycholoog en systeemtherapeut Johan Vanderlinden beaamt dat. Hij werkte jarenlang als coördinator van het eetstoornisprogramma van het UPC KU Leuven en was daarnaast voorzitter van de Vlaamse Academie Eetstoornissen. Volgens Vanderlinden voelen personen met anorexia nervosa zich vooral goed door niet te eten, omdat dat hen een gevoel van controle geeft. Door te eten krijgen ze net angst.    

Die angst voelt Ward Bruneel wanneer hij ’s middags een warme maaltijd eet. ’s Ochtends staan er telkens een yoghurtpotje en een halve banaan op het menu, en ’s avonds twee boterhammen. Op de middag heeft hij het moeilijker omdat hij dan minder controle heeft over de hoeveelheid. “Wanneer mijn ouders de pot met eten op tafel zetten, zou ik kunnen blijven eten, omdat ik mijn grenzen niet ken.” 

"Voor sommige kwetsbare mannen kan die fitnesscultuur een kier openen waardoor men een eetstoornis ontwikkelt"
- Johan Vanderlinden (psycholoog)

Kan angst om de controle te verliezen zich nog uiten op een andere manier? Volgens Johan Vanderlinden zijn heel wat mannen en vrouwen in fitnesscentra ook obsessioneel bezig met gezond eten en leven. “Op zich is er niks mis met het volgen van een gezonde levensstijl en fitnessprogramma. Wanneer het echt een obsessie wordt, kan het wel problematisch zijn. Voor sommige kwetsbare mannen kan die fitnesscultuur een kier openen waardoor men een eetstoornis ontwikkelt."

"In die fitnesscentra is er natuurlijk ook een grote grijze zone", weet Vanderlinden. "Het begint vaak onschuldig. Men begint heel gezonde en specifieke dingen te eten, zoals speciale shakes, maar dan loopt het uit de hand. Na een tijd willen mensen niet meer van hun schema afwijken. Ik heb personen gezien die zes dagen per week héél strikt eten en de zevende dag naar een all you can eat-restaurant gaan waar ze dan beginnen bingen. Dan ben je eigenlijk niet meer bezig met die gezonde levensstijl waar het allemaal mee begon.”   

© Lukas Heylen

Lukas Heylen (24) werkt als projectadviseur bij Moore en is parttime fitnesscoach in Antwerpen. Hij begon intens te trainen op 17-jarige leeftijd. Hoewel hij daarvoor nooit echt bezig was met het tellen van calorieën, begon hij twee jaar geleden strikt te letten op zijn voeding. Nu weet hij exact hoeveel calorieën er in een mandarijn of appel zitten en maakt hij voortdurend optelsommetjes in zijn hoofd. “Zonder druk van buitenaf was ik wellicht nooit zo intens beginnen sporten. Door opmerkingen van vrienden was ik me enorm bewust van het feit dat ik een iets dikkere kont had. Sinds ik gestart ben met trainen, ben ik nooit meer gestopt.”

Lukas Heylen getuigt over het effect dat restrictief diëten op hem had. Bij hem resulteerde dat in terugkerend bingen. “Toen ik super afgetraind probeerde te zijn, kreeg ik impulsieve eetbuien. Ik at vijf dagen per week extreem gezond: soep, crackers met kipfilet … Daarna kocht ik een taart voor acht personen en speelde die in zes minuten naar binnen. Dat was frustrerend, want ik had het gevoel dat ik een week trainen had verpest. In die periode stak ik soms een vinger in mijn keel zodat ik zou overgeven. Ik was zo gefocust op dat resultaat, dat het me allemaal niets kon schelen.”

Anke Tielemans ziet deze obsessie met gespierde lichamen ook terugkomen op de afdeling eetstoornissen van het UKJA. Die jongens streven vaak het beeld na van de afgetrainde “Temptation Island-mannen.” Ook zij controleren angstvallig wat en hoeveel ze eten om dat later om te kunnen zetten in spieren.   

"Ik weet eigenlijk niet eens zeker of ik sporten wel leuk vind" - Lukas Heylen (24)

Hoewel Lukas Heylen zegt dat hij er nu minder extreem mee bezig is dan vroeger, denkt hij niet dat hij ooit zal stoppen met sporten. “Ik heb schrik om de vooruitgang die ik in de fitness geboekt heb, te verliezen. Sinds ik begon, heb ik amper rust genomen: in de voorbije twee jaren heb ik bijna elke dag gesport. Ik weet eerlijk gezegd niet of het een gezonde gewoonte is, of dwangmatig gedrag. Ik weet eigenlijk niet eens zeker of ik sporten wel leuk vind. Als ik tijd vrij heb of me verveel, ga ik sporten. Dat is mijn eerste reflex: naar de gym.”   

Ondanks hun angst om de controle te verliezen, zijn beide jongemannen stapsgewijs op zoek naar een manier om meer los te laten. Ward Bruneel werkt samen met zijn psycholoog en diëtist om weer op een normaal gewicht te komen. “Ik probeer te vechten tegen die kritische stem in mijn hoofd, die prominent aanwezig en moeilijk te negeren is.” Hij benadrukt daarbij het belang van zowel fysieke als mentale gezondheid. Aandacht voor beide zijn volgens hem essentieel om beter te kunnen worden. Lukas Heylen merkt op dat zijn gezondheid nu een belangrijkere plaats heeft gekregen dan een afgetraind lichaam nastreven. Daarnaast vertelt hij dat zijn vroegere levensstijl gewoonweg niet te combineren valt met zijn fulltime job.

Om vooruitgang te boeken is ook een sociaal opvangnet belangrijk voor personen met een eetstoornis. Psychologe Tielemans geeft enkele tips mee voor omgeving, familie en vrienden: “Vertrek vooral vanuit bezorgdheid. Toon aan dat bepaalde handelingen je opvallen om zo je zorgen aan te kaarten. Je kan hen misschien ook aanraden om met een professional te praten zoals een huisarts of psycholoog. Personen met een eetstoornis gaan in het algemeen niet toegeven dat er iets scheelt, maar het is wel al goed om duidelijk te maken dat je er voor hen bent.”

 

Zit je na het lezen van dit artikel met vragen of heb je nood aan een gesprek? Je kan surfen naar www.tele-onthaal.be of www.awel.be.

vorige volgende