© Lotte Debrauwer

Terwijl klimaatverandering druk legt op een groot deel van de wereld, zit het Westen vast in zijn consumentisme. Maar hebben we al dat comfort wel nodig? Lotte Debrauwer pleit voor een kernbewustzijn waarbij we stilstaan bij welke luxe we kunnen houden, en welke we beter loslaten.

Weten journalisten nog wat mensen écht bezighoudt? Barsten media nog genoeg uit hun bubbel? Dat was de vraag bij de schrijfwedstrijd 'Eyes Write Open' naar aanleiding van de twintigste verjaardag van MO*. StampMedia zetelde mee in de jury. Meer dan veertig jongeren beantwoordden die opdracht met een column. Dit was de inzending van Lotte Debrauwer.

“Kijk daar, al die windmolens, midden in dat landschap. Da’s toch jammer eigenlijk, hé”, zeg ik.

Zij: “Maar ja, we hebben die energie wel nodig.” De weg net over de Zweedse grens richting Noorwegen meandert verder, met prachtige vergezichten. We zijn sinds enkele weken aan het rondtrekken in het noorden van Zweden met onze camper, Frida gedoopt.

Of we die extra energie écht nodig hebben, vraag ik me af terwij we verder rijden. Mijn gedachten dwalen af naar een stuk dat ik enkele dagen geleden las over de Sami in Zweeds Lapland. Het MO*-artikel vertelt over de druk die nieuwe energieprojecten leggen op het land van die inheemse gemeenschap. Zo worden de graasgebieden van hun rendierkuddes bijvoorbeeld kleiner  door de bouw van energiecentrales. Er is erg veel land in het noorden en er wonen weinig mensen. Een klassieke kosten-batenanalyse. Inleiding tot de economie, iemand?  Hoe cynisch dat net dit volk, dat een kleine ecologische voetafdruk heeft en al jaren waarschuwt voor klimaatverandering, nu de dupe is van maatregelen om hernieuwbare energie op te wekken. Gelukkig is de mens veerkrachtig, denk ik dan.

Iets anders uit het stuk maalt al dagen door mijn hoofd. Iemand uit de Samigemeenschap poneerde dat al die windmolens niet nodig zouden zijn als onze levensstijl soberder was. Of minder gulzig, da’s wellicht beter verwoord. Dat we extra energie opwekken die we misschien niet nodig hebben.

Verworven rechten

Ik denk aan hoeveel spullen we kopen. Ik denk aan de middenklasse Belg die tijdens de hitte in juli naar de Mediamarkt holde om zich airconditioning aan te schaffen. Aan hoe ‘het toch niet meer aangenaam is om naar Zuid-Europa op vakantie te gaan’, dixit diezelfde Belg. Lang leve de symptoombestrijding!

We hebben elektrische dweilsystemen, grasmaaiers en stofzuigers want ‘dat is toch veel gemakkelijker’. Anderzijds lijken we het drukker dan ooit te hebben. Is dat zogenaamde tijdsgewin dan gewoon verdampt in onze overvolle agenda? Brengen al die dingen echt iets bij aan onze levenskwaliteit? Of zitten we zo vast in ons consumentisme dat we ons die vraag niet kunnen stellen?

“Als we de veerkracht hebben om onze reisbestemming aan te passen, kunnen we die veerkracht dan niet inzetten om wat bewuster te leven?”

Inboeten op je comfort is natuurlijk niet prettig, want ‘gegeven is gegeven’. Het is een klassiek verhaal van verworven rechten. Maar de mens heeft zich in de geschiedenis al meermaals veerkrachtig getoond, vaak op momenten van zware malaise. Misschien is het goed dat we nu, als we die malaise al voelen sluimeren (eufemisme van het jaar!), ook onze comfortzone verlaten, letterlijk en figuurlijk? Als we de veerkracht hebben om onze reisbestemming aan te passen, kunnen we die veerkracht dan niet inzetten om wat bewuster te leven? Wat meer stil te staan bij alles waar we van afhangen?

Ik kan een pleidooi houden voor het bannen van avocado’s. Of ik kan ervoor ijveren dat je als de wiedeweerga naar het containerpark moet spurten met je houtkachel. Voor deze of gene maatregel zijn er wellicht allerlei argumenten te vinden. Waar het mij om gaat, is een soort kernbewustzijn. Het loslaten van de vanzelfsprekendheid van al onze luxe. Het is niet ‘logisch’ dat we zomaar alles online kunnen bestellen in een fractie van een seconde. Dat we in elk seizoen onze lievelingsgroente vinden in de supermarkt. Dat kledij zo goedkoop is dat we zelfs niet hoeven nadenken of ze ons wel staat.

‘De mens is een roofdier dat de aarde overheerst. Wat meer nederigheid is daarbij gepast’, schrijf ik die avond in het Hoge Noorden. De volgende ochtend laat ik de dramatiek varen en pleit ik voor het volgende:  een aanpassingsvermogen 2.0, waarbij we ons niet enkel schikken naar de symptomen van wat er met onze planeet gebeurt, maar ons ook schikken om er beter voor te zorgen. En ja, daar zijn opofferingen voor nodig. Maar het wordt tijd dat we uit de schaduw durven treden. Want uit je comfortzone gaan, daar groei je alleen maar van, toch?

Disclaimer: ik behoor zelf tot de middenklasse en probeer me bewust te zijn van mijn privileges. Dit pleidooi is gericht aan hen die de ruimte hebben om zich aan te passen.


Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 18/12/2023.

vorige volgende