(PIDMAG) Wat doen 16-jarigen op een dag? We vergelijken Wietse Lemmens (16) met zijn oma toen die 16 jaar was.

Mia Wijnants (°1946)
Oma van Wietse. In 1962 was zij 16.

07.00: ‘s Ochtends kregen we havermoutpap. Als ik eraan dacht, voelde ik mijn maag spontaan omkeren. Zo’n afkeer had ik van die pap.

09.00: Ik ging niet graag naar school. Terwijl de meisjes naar de jongens keken, vluchtte ik weg in de natuur. Ik zocht de zin van het leven, was geïnteresseerd in kunst.

12.00: We moesten helpen aardappels schillen om op tijd weer naar school te kunnen. De middag was het enige moment dat we samen aten.

13.00: We kwamen op school met de aardappelen nog in onze mond. We moesten ons bij moeder overste verontschuldigen voor het laatkomen.

17.00: Als we thuiskwamen, stond er een berg afwas en blinkten we de schoenen op. Mama las boeken en speelde op de mandoline terwijl wij het huishouden deden.

18.00: ’s Avonds aten we zelden samen, wie honger had at boterhammen. We sloten de avond af met een tas warme chocomelk en beschuit met hagelslag.

20.00: Ik ging soms met mijn broer naar een feestje. Iedereen dacht dat we een koppel waren. Mijn broer kon dan pronken dat hij al een liefje had.

23.00: De muziek was altijd opgedeeld in twee tango’s, twee walsen en twee chachacha’s. De jongens nodigden de meisjes uit om te dansen, en als we dat niet zagen zitten, vluchtten we naar de toiletten.

Wietse Lemmens (°1996)
Kleinzoon van Mia. In 2012 was hij 16.

07.00: ’s Ochtends sta ik om kwart na zeven op. Ik was me, poets mijn tanden, check mijn Facebook en ontbijt zelden. Ik ga met mijn longboard naar school.

09.00: Voor ik de klas binnenga, rook ik snel een sigaret. Ik ben best wel geïnteresseerd in de lessen die ik krijg. Ik volg publiciteit en wil graag multimedia studeren.

12.00: ’s Middags mogen we buiten de school lunchen. Dat doe ik samen met mijn vrienden. Ik eet waar ik zin in heb, een worstenbroodje of gewoon boterhammen.

13.00: Om twintig voor twee moeten we weer op school zijn. De schooldag duurt gemiddeld tot vier uur.

17.00: Ik heb zelden huiswerk, dus ik ga nooit meteen naar huis. Meestal ga ik met mijn BMX naar het skatepark. Wanneer ik thuiskom, gooi ik me in de zetel en kijk ik wat televisie.

18.00: ’s Avonds eten we warm. We zitten altijd met ons gezin samen aan tafel. Praten doen we niet echt, ieder doet zijn ding. Mijn ouders kijken na het eten naar het nieuws. Ik zit meestal op internet.

20.00: Op het einde van de dag hou ik me meestal bezig met mijn hobby. Ik zit dan vaak op het skatepark of ga iets drinken met mijn vrienden.

23.00: Door de week ga ik rond middernacht slapen. Ik mag zelf kiezen wanneer ik naar boven ga. Mijn gsm gaat altijd mee.

© 2014 – StampMedia – Charlotte Goeyers, foto: Magali Merzougui
Dit artikel verscheen eerst in PIDMAG, het magazine van StampMedia – Jaargang 3 Nr. 7 p. 12



Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 10/05/2014