Een afgeleefde pastorie in Ekeren, elf acteurs van 6 tot 76 jaar en een jukebox met hits van de jaren 30 tot nu. Meer was er niet nodig voor gezelschap UNM en choreograaf Koen De Preter om de overvolle tribune te verbluffen met The House That Built Us tijdens de Zomer van Antwerpen.

Drie letters: UNM. Dat zijn Louis van der Waal, Maarten Westra Hoekzema en Kyoko Scholiers. Wat het acroniem betekent willen de acteurs liever niet prijsgeven. Ook een vast genre kan niet op het letterwoord gekleefd worden. "We creëren iets en of dat nu succes heeft of niet, we willen toch steeds opnieuw beginnen", zegt Scholiers. Hun eerste productie was Bye Bye Buchenwald. Na die typische zaalvoorstelling gooiden ze het voor Zomer van Antwerpen in 2009 met Tussen Hond en Wolf over een heel andere boeg. Twee uur lang werd het publiek op sleeptouw genomen langs de Schelde om een conversatie tussen twee geliefden te volgen. Drie jaar later zijn ze weer te gast in de koekenstad. Al wordt er in The House That Built Us helemaal niet gesproken. De beelden en de muziekfragmenten proberen samen het verhaal te vertellen van het verlaten huis.

Je bent op dit moment een huisje in de Ardennen aan het renoveren. Haalde je daar je inspiratie voor The House That Built Us?

Met de renovatie ben ik nog maar net begonnen. Het idee voor de voorstelling kreeg ik al ruim twee jaar geleden. Ik was aan het afwassen en Golden Brown van The Stranglers stond op repeat. Dit tafereeltje kon volgens mij perfect deel uitmaken van een kroniek van een familie uit de twintigste eeuw.

En dat idee heb je voorgelegd aan choreograaf Koen De Preter?

Ik heb Koen leren kennen in 2007 tijdens het Jongemakersfestival in kunstencentrum STUK in Leuven. Daar heb ik zijn dansvoorstelling Dance to Forget gezien terwijl we er allebei te gast waren. Die voorstelling heeft bij mij een diepe indruk nagelaten. Hoewel de titel van de voorstelling iets anders doet vermoeden, is zijn naam altijd blijven hangen en wist ik dat ik ooit eens met hem wilde samenwerken. Mijn eerste idee voor The House That Built Us heb ik daarom in een lange tekst gegoten en naar Koen doorgemaild. Een tijdje geleden hebben we die mail uit 2010 afgedrukt en er nog eens hartelijk om gelachen. Grappig om nu terug te zien wat er van dat oorspronkelijke idee is terechtgekomen.

Waren Maarten en Louis, de andere leden van UNM, er ook van het begin bij betrokken?

 Na mijn mail heb ik met Koen afgesproken en hebben we er samen urenlang over gebrainstormd. Die eerste ideeën – het verhaal van een familie in een mengeling van theater en dans met popmuziek vanaf de jaren 30 tot nu – legden we voor aan Maarten en Louis. Zij waren gelukkig ook meteen enthousiast en toen heb ik een subsidiedossier geschreven.
Nadien zijn we gestart met repeteren, dat wil zeggen: wij improviseerden en Koen gaf feedback. We hebben ons teruggetrokken met een hoge stapel cd's en zo hebben we uiteindelijk een tweehonderdtal nummers uitgekozen. Met de soundtrack zijn we samen verder beginnen improviseren in cultuurcentrum Berchem en HETPALEIS in Antwerpen. Maarten, Louis en ik probeerden dingen uit die we filmden, zodat we achteraf konden zien of we wel het gewenste doel bereikten. Daarna hebben we audities georganiseerd waarbij we ook samen dansjes uittesten.

Alle generaties komen aan bod in de voorstelling, ook piepjonge acteurs.

 Ja, we hadden onze auditie geplaatst op figuratie.be. Dat is een website waarop zoekertjes staan om te figureren in series zoals Flikken of Aspe. Die mensen reageerden dus omdat ze wilden figureren en wisten niet wat hen plots overkwam toen ze plots een hoofdrol kregen.
Onder hen waren ook kindjes die al eens een grotere rol hadden gespeeld, maar de meesten hadden enkel ervaring met figureren. Al was ik wel enorm verbaasd over hoe goed die jonge acteurs kunnen onthouden en hoe snel ze ergens mee weg zijn. Scènes als 'oorlogske spelen' zijn natuurlijk wel makkelijker aangeleerd dan de danschoreografieën met de hele groep.

Want er wordt wat afgedanst en ook de muziek speelt een hoofdrol. Zowel Dat heet dan gelukkig zijn van Ann Christy, Abba’s Gimme Gimme Gimme (A Man After Midnight) als toppers van Madonna passeren de revue.

De muziek is eigenlijk belangrijker dan het huis zelf. We hebben veel inspiratie gehaald van De Pré Historie-cd's van Radio 1 omdat we die muziek zelf niet allemaal kenden. Dat we er ook veel Nederlandstalige nummers hebben ingestoken, is dus echt een bewuste keuze. Binnenkort spelen we de voorstelling in Genk en daarom draaien we daar het nummer Marina van Rocco Granata, die man was daar namelijk een lokale held. De soundtrack is in zekere zin dus aanpasbaar, we vinden het belangrijk om met plaatselijke hits te werken. Op die manier roepen mensen herinneringen op en kunnen ze die op hun persoonlijk verhaal projecteren. Door de tekst van de liedjes – zoals The End Is Near – te combineren met de beelden – een koppel dat in het huwelijksbootje stapt – ontstaan er interessante ervaringen. Iemand zei ooit: "Creatief zijn is het invullen tussen twee bekende punten." Dat is ook de bedoeling van de voorstelling. Je kent een punt en je kent een ander punt en daartussen bouwt elke toeschouwer zijn eigen verhaal op.

Heeft de voorstelling dan wel een achterliggende boodschap?

Uiteraard willen we de toeschouwers iets meegeven. Het verhaal is een vertelling over hoe de dingen eigenlijk nooit veranderen. Qua vorm verandert er natuurlijk wel wat, zoals de kledingstijl, de meubels, de planten tot zelfs het behangpapier toe. Maar de inhoud verandert niet. Over vijfhonderd jaar worstelen de mensen nog steeds met zichzelf en nadenken over dezelfde persoonlijke dingen. Of er nu een maanlanding gebeurt of niet, de mensen hebben dezelfde verlangens, ze hebben ook soms een slechte dag en iedereen moet nog steeds de vuilbakken buitenzetten.

'The House That Built Us' door UNM, op locatie in Genk: 13/09, 14/09 en 15/09, telkens om 20:15 uur. Surf voor meer informatie naar www.c-minecultuurcentrum.be.

© 2012 - StampMedia - Caroline Van Doren


Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 30/08/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door Het Belang van Limburg - online op 30/08/2012

Dit artikel werd gepubliceerd door Nieuws.be op 30/08/2012
Dit artikel werd gepubliceerd door De Wereld Morgen op 30/08/2012