© Pixabay, Muhamed_hassan

Wat betekent het om als vrouw met migratieroots zichtbaar te zijn in de Belgische politiek? In dit interview reflecteren Kamerlid Nawal Farih (CD&V) en Professor Robin Devroe (VUB) over representatie, het belang van quota en de dunne lijn tussen identiteit en electoraal vertrouwen. Farih: “Vlaamse collega’s zonder migratieachtergrond kunnen even sensitief zijn voor dezelfde thema’s als ik.”

Kamerlid en fractievoorzitter Nawal Farih (CD&V) kwam in 2019 met haar intrede in de Kamer als federaal parlementslid al snel terecht in de gezondheidscommissie. Niet zonder reden: volksgezondheid lag haar na aan het hart, en met de komst van de coronacrisis werd haar betrokkenheid alleen maar intenser. Sindsdien houdt Farih zich bezig met het zorgsysteem in ons land.

Haar expertise en vastberadenheid blijven niet onopgemerkt binnen haar partij. Enkele maanden geleden is ze unaniem naar voren geschoven door haar collega’s binnen de CD&V-fractie als nieuwe fractievoorzitter in de Kamer. “Ik wil niet dat mensen op mij stemmen omdat ik een vrouw met migratieachtergrond ben, maar omdat ik iets te betekenen heb”, begint ze haar verhaal.

Voor Farih is het echter cruciaal om het begrip ‘representatie’ zorgvuldig te definiëren. “Representatie gaat niet enkel over mensen met buitenlandse roots die mensen met een migratieachtergrond vertegenwoordigen”, legt ze uit. “Natuurlijk merk ik bij mezelf dat mijn achtergrond me sneller attent maakt op bepaalde gevoeligheden van thema’s. Maar ik zie net zo goed dat Vlaamse collega’s zonder migratieachtergrond ook heel sensitief kunnen zijn voor diezelfde thema’s.”

“Representatie gaat niet enkel over mensen met migratieroots die andere mensen met een buitenlandse achtegrond vertegenwoordigen” – Nawal Farih (CD&V)

De politica pleit dan ook voor een dieper begrip van representatie. “Voor mij gaat het niet om hoe een volksvertegenwoordiger eruitziet, maar om hoe die denkt, hoe die luistert en hoe die spreekt over mensen. Als je enkel naar het fysieke plaatje kijkt – alle parlementsleden op een rij – dan is het duidelijk dat er nog werk is. Maar als je luistert naar de debatten in de Kamer en merkt dat er binnen de democratische partijen echt wordt nagedacht over inclusieve strategieën, dan zie je de vooruitgang.”

Gebrek aan evenwicht

In de huidige Arizone-regering zitten er opvallend weinig vrouwen. Er Dat zorgt voor een gebrek aan evenwicht, stelt Farih, al is ze niet meteen voorstander van quota. “Ik pleit niet voor quota om het evenwicht te forceren. Uiteindelijk heb je de juiste persoon nodig om tot goede besluitvorming te komen. Het moet geen symboliek zijn, maar effectief bijdragen tot beter beleid.”

“Ik pleit niet voor quota in de politiek om het evenwicht tussen mannen en vrouwen te forceren, maar we mogen er wel naar streven. Al kunnen mannen ook een reflex hebben voor vrouwengevoeligheden” – Nawal Farih (CD&V)

De Vlaamse regering daarentegen telt wel al meer vrouwen. “Dat is gezond. Het is belangrijk om te streven naar evenwicht”, zegt Farih. “Al ben ik er van overtuigd dat mannen ook een reflex kunnen hebben voor vrouwengevoeligheden.”

Robin Devroe, postdoctoraal onderzoeker politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, is wel voorstander van een quotaregeling. “We zijn al ver geraakt. In de jaren negentig zaten er amper vrouwen in het parlement of in de regering. Vandaag hebben we met grote en kleine ingrepen de deur verder opengezet.” Toch waarschuwt ze dat verworven rechten kwetsbaar blijven: mocht de quotaregeling wegvallen, dan zou haar optimisme plaatsmaken voor bezorgdheid. Specifiek voor vrouwen met een migratieachtergrond ziet ze wel belangrijke kansen: “Onze maatschappij is divers en jonge generaties groeien op in die diversiteit en voor hen is dat de norm. Ze stellen minder vragen bij afkomst of kleur.”

Volgens Devroe zijn er duidelijke patronen die meespelen in de aanwezigheid van vrouwen met buitenlandse roots in de Belgische politiek. “Wanneer we eerst uitzoomen naar vrouwen in het algemeen, zien we sinds de jaren negentig een gestage vooruitgang. Dankzij quota en politieke waakzaamheid worden vrouwen vaker verkozen, vooral op regionaal niveau, waar het aandeel vrouwen stelselmatig toeneemt. Op nationaal niveau verloopt die evolutie minder gelijkmatig, al blijft het aandeel vrouwelijke vertegenwoordiging in het parlement de voorbije legislaturen vrij stabiel. Toch blijft er veel ruimte voor verbetering, zeker binnen de uitvoerende macht en in leidersposities, waar mannen nog steeds domineren.”

“Er blijft ruimte voor verbetering, zeker binnen de uitvoerende macht en in leidersposities, waar mannen nog steeds domineren” – Robin Devroe (postdoctoraal onderzoeker politieke wetenschappen, VUB)

Twee vliegen in één klap

Uit één van professor Devroe’s onderzoeken blijkt bovendien dat vrouwen met een migratieachtergrond sneller op een lijst terechtkomen en ook vaker verkozen worden dan mannen met een migratieachtergrond. Daar schuilen volgens haar verschillende strategische overwegingen achter. Voor politieke partijen is het vaak aantrekkelijk om met één kandidaat zowel genderdiversiteit als etnische diversiteit af te vinken - twee vliegen in één klap.

“Die dubbele symboliek maakt vrouwelijke kandidaten met migratieroots extra waardevol binnen partijstrategieën.” Of vrouwen uiteindelijk effectief doorstromen naar de politiek hangt volgens Devroe sterk af van het politieke spectrum: linkse partijen profileren zich doorgaans meer op diversiteit dan rechtse. Toch benadrukt ze dat het perspectief van de partij bepalend blijft voor wie kansen krijgt. “Hoewel het klassieke idee dat ‘vrouwen thuishoren in de keuken’ stilaan vervaagt bij de bredere bevolking, blijft dat hardnekkige beeld op de achtergrond aanwezig bij vrouwen met een migratieachtergrond. Al is ook daar een verandering merkbaar.”

Hoopvol

Kamerlid Farih is hoopvol over de toekomst. “Ik denk dat er een positieve evolutie zit aan te komen voor vrouwen met een migratieachtergrond in de politiek”, stelt ze gerust. “We zien steeds vaker voorbeeldrollen die een groot verschil maken. Denk maar aan Meryem Kitir, die fractievoorzitter en nadien minister werd – zij is een rolmodel voor veel jonge vrouwen. Of Zuhal Demir, die als minister ook een sterk traject aflegt.

Toch moeten politieke partijen inzetten op de begeleiding en opleiding van vrouwen om verandering teweeg te brengen, vindt Devroe. Zo zouden ze beter gewapend zijn tegen de harde politieke realiteit waar seksistische en racistische opmerkingen, vooral op sociale media, schering en inslag zijn. “Bovendien vraagt de manier waarop de politiek vandaag georganiseerd is, met nachtelijke vergaderingen en onvoorspelbare werkuren, weinig rekening met gezinsleven of met de realiteit van de gemiddelde burger. Ook daar is dus nog veel werk aan de winkel.”

vorige