©UNICEF/South-Sudan

Van mei tot augustus regent het in Zuid-Soedan. Dan stijgt het water en daalt de voedselvoorraad. In het jonge land met zijn al even jonge bevolking woedt sinds 2015 een bloedige burgeroorlog. De oorlog en de regen maken slachtoffers onder de jonge bevolking: kinderen worden op grote schaal ingezet als kindsoldaat of de prostitutie in gedwongen. Jean Lieby is Chief Child Protection Officer bij UNICEF in Zuid-Soedan. Hij probeert om kindsoldaten te bevrijden en meisjes uit de prostitutie te halen. “In het regenseizoen stijgt het kindermisbruik het snelst omdat de mensen honger hebben.”

Jean Lieby werkt al jaren voor UNICEF. Momenteel is hij Chief Child Protection Officer in Zuid-Soedan. Zijn taak is om kinderen de nodige bescherming en hulp aan te bieden. Met een speciaal daarvoor ontworpen programma tracht UNICEF de vele kindsoldaten te demobiliseren uit het leger. 40% daarvan zijn – vaak zeer jonge - meisjes die als slavinnen worden ingezet, de zogenaamde “bushwives”. De jongens werken als soldaat in het leger. Tot nu toe is UNICEF er in geslaagd om ongeveer 4.500 kinderen uit het leger te halen. 

Grootste Afrikaanse vluchtelingencrisis ooit

Tegenwoordig onderhandelt Lieby met de Zuid-Soedanese legertop om de 19.000 kindsoldaten die het land momenteel nog telt, te bevrijden. Een moeilijke opdracht, zegt hij zelf: “We werken met zeer beperkte middelen. De kinderen thuis krijgen is uiteraard onze prioriteit, maar dat gaat niet altijd zonder slag of stoot.”

Zuid-Soedan is een jong land: het werd pas onafhankelijk in juli 2011. Het scheurde zich af van het huidige Soedan na een toename van stammengeweld tussen het overwegend islamitische noorden en het overwegend christelijke zuiden. Van de 12 miljoen inwoners is de meerderheid jonger dan 30 jaar. De burgeroorlog, die al meer dan 5 jaar aansleept, is verantwoordelijk voor de grootste Afrikaanse vluchtelingencrisis ooit. Zo’n 4.5 miljoen mensen zijn op de vlucht waarvan 2.5 miljoen veiligheid opzochten in buurlanden en twee miljoen inwoners binnen het land gemigreerd zijn. 

In veel gevallen worden kinderen ook ingezet als kindsoldaat of misbruikt als seksslaaf of prostituee.

Lokale hulp

Meer dan de helft van de vluchtelingen is minderjarig en onder de slachtoffers zijn veel kinderen. In veel gevallen worden kinderen ook ingezet als kindsoldaat of misbruikt als seksslaaf of prostituee. De Verenigde Naties schat dat sinds 2014 er ongeveer 2.700 incidenten van ernstige overtredingen zijn geweest. Deze hadden een negatieve impact op meer dan 81.000 kinderen. UNICEF, de kinderrechtenorganisatie van de VN, werkt in Zuid-Soedan samen met lokale organisaties om deze kinderen te bevrijden en hen een zo veilig mogelijk leven aan te bieden. Die lokale hulp is volgens Lieby cruciaal: “Zonder de hulp van lokale mensen en organisaties zouden we ons werk niet naar behoren kunnen doen.”

Regenseizoen en misbruik

In Zuid-Soedan heeft een vrouw gemiddeld zes kinderen. Per familie kan dat aantal nog hoger liggen, omdat mannen soms meerdere vrouwen hebben. Achttien procent van de kinderen haalt er echter zijn vijfde verjaardag niet. Dat komt grotendeels door een gebrek aan sanitair en aan elektriciteit. “Zowel in grote steden als kleine dorpen. Wanneer de elektriciteit uitvalt, gebruiken we de zaklamp van oude Nokia-gsm's om verder te werken. Zelfs in de hoofdstad Djoeba is het moeilijk om de inwoners van elektriciteit te voorzien.” Ook door operationele tussenkomsten zijn er sinds begin 2019 zo’n 5.2 miljoen mensen die kampen met een acuut voedseltekort en meer dan 220.700 kinderen onder de vijf jaar lijden onder ernstige acute ondervoeding. Malaria is en blijft dus ook de grote boosdoener van kinderziektes –en sterfte. 

Van mei tot augustus heerst in de regio het regenseizoen, lokaal beter bekend als de lean season. Tijdens die periode overspoelen regenbuien het land en zorgen ze voor overstromingen, die de dagelijkse moeizame zoektocht naar voedsel nog problematischer maken. “De bevolking is in zo’n mate gegroeid, dat er momenteel niet genoeg voedsel en middelen zijn voor iedereen,” zegt Lieby.

"Hoe armer de mensen, hoe groter het kindermisbruik.”

Meisje omruilen voor geld

“In het regenseizoen hebben mensen het bijzonder moeilijk, omdat er nog minder voedsel is en dan gaan families op zoek naar andere mogelijkheden om te overleven. Dat is ook de periode waarin het kindermisbruik snel stijgt. Jongens die sterk genoeg zijn om te vechten worden worden door hun ouders of door commandanten ingezet als soldaat. Meisjes worden sowieso vaak op zeer jonge leeftijd uitgehuwelijkt. Voor dochters krijgen de ouders namelijk een bruidsschat. Bovendien kost een kind handenvol geld. Hoe minder er dan nog thuis wonen, hoe beter. Het excuus van de ouders en de gemeenschap is dan dat het een praktijk is die al decennia bestaat. Maar wij proberen hen uit te leggen dat hun kinderen een veel betere toekomst tegemoet gaan als ze geïnformeerd zijn en seksuele opvoeding hebben gekregen. Door de ouders in te lichten kunnen zij hun kinderen inlichten, die de kennis op hun beurt aan hun kinderen kunnen doorspelen.”

Ook kinderprostitutie is wijd verspreid in Zuid-Soedan. Zeker bij arme gezinnen. Lieby: “Als een meisje kan worden omgeruild voor geld, zal dat in veel gevallen ook gebeuren. Meisjes in de steden worden vaak aangezet tot prostitutie omdat ze zo als bron van inkomsten kunnen worden gebruikt. In andere gevallen worden als arbeider om bakstenen te maken. Hoe armer de mensen, hoe groter het kindermisbruik.”  

Hereniging

Momenteel beschikt UNICEF over een locatie waar meisjes die in de prostitutie terecht zijn gekomen, geholpen kunnen worden en een reïntegratietraject doorlopen. Dit alles met het doel op hereniging met hun familie. Terwijl er zo’n 113.000 meisjes seksueel misbruikt zijn, zijn er maar 20 centra met 20 plaatsen, waar meisjes kunnen verblijven. “Omdat we over een gelimiteerd budget beschikken, kunnen we ook maar een paar kinderen helpen,” zegt Lieby.

Het is altijd de bedoeling om de kinderen met hun families te herenigen, maar voor meisjes in de prostitutie, is zo’n terugkeer bijzonder moeilijk. Zij krijgen te maken met vooroordelen en taboes, niet zelden door hun eigen familieleden. “Het reïntegratieprogramma duurt drie maanden. Maar uit ervaring weten we dat bijvoorbeeld meisjes met kinderen niet gemakkelijk reïntegreren. Zij worden door hun familie en dorpsgenoten vaak als onrein beschouwd, omdat ze zich geprostitueerd hebben en omdat ze kinderen hebben van een onbekende man,” zegt Lieby.

Door het vele seksuele misbruik zijn ook soa’s een probleem, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Lieby: “Soa’s zijn een probleem dat moet worden aangekaart. Het is niet zozeer HIV dat het grootste probleem is, maar wel andere seksueel overdraagbare aandoeningen. Het is moeilijk om mensen in te lichten over een onderwerp dat vaak te laat fysieke verschijnselen toont.” Syfilis is de meest voorkomende soa bij meisjes die seksueel misbruikt zijn. 

Tot nu toe zijn 1.500 kinderen herenigd met hun families. UNICEF probeert ook legercommandanten te overtuigen om kindsoldaten vrij te laten. “Eind april hopen we in Bentu, een stad in het noorden, zo’n 55 kinderen vrij te krijgen,” zegt Lieby. “We hebben tot nu toe 179.000 kinderen psychologische bijstand kunnen verlenen. Maar dat is zeker niet voldoende, zeker als je weet dat dit een heel jonge bevolking is, die traumatische ervaringen achter de rug hebben.”

"Meer dan 2.2 miljoen kinderen verlieten de schoolbanken. Dat is bijna een vijfde van de totale bevolking. "

Burgeroorlog zonder einde?

De bevolking van Zuid-Soedan is arm, maar het land zelf beschikt over grote natuurlijke oliereserves, en die zijn een belangrijke bron van inkomsten voor het land. Tegelijk zijn de olierijkdommen ook een deel van het probleem, omdat ze een twistpunt vormen tussen het huidige Soedan en Zuid-Soedan. In Zuid-Soedan zelf woedt er sinds 2015 overigens een bloedige burgeroorlog tussen de oppositiepartijen. Ook de bevolking zelf is sceptisch en ontgoocheld, zegt Lieby. “Mensen worden niet op tijd betaald. Ambtenaren, bijvoorbeeld, kregen in april pas hun loon van oktober uitbetaald.”

De burgeroorlog zorgt voor een militaire bezetting in het hele land. “Soldaten installeren zich in medische centra en scholen, waardoor mensen geen medische hulp meer krijgen en kinderen niet meer naar school kunnen. In sommige scholen zitten kinderen met 110 leerlingen in een klas,” zegt Lieby.

De kwaliteit van het onderwijs is bedroevend laag in Zuid-Soedan. Doorstromen naar het secundair onderwijs is zelden een optie. “Minder dan twee procent van de kinderen gaat naar het secundair onderwijs,” aldus Lieby. “Dat betekent dat twee miljoen kinderen niet naar school gaan. Vooral voor kinderen die vroeger kindsoldaat waren of in de prostitutie vastzaten, is het moeilijk. Zij moeten ook het grote maatschappelijke stigma dragen. Zij blijven meestal niet lang op de schoolbanken zitten.” Meer dan 2.2 miljoen kinderen verlieten de schoolbanken. Dat is bijna een vijfde van de totale bevolking.

In mei komt de Zuid-Soedanese legertop samen om het vredesakkoord van 2016 te bespreken. Daarin werd besloten dat de overheid tegen mei 2019 een eenheid moet vormen en zo een einde moet maken aan de burgeroorlog die intussen al meer dan 383.000 slachtoffers eiste. “Mensen zijn bang,” zegt Lieby. “Ze bewapenen zich, omdat ze zelfs hun eigen buren niet meer vertrouwen. Door de burgeroorlog kunnen gewone mensen zeer goedkoop aan wapens geraken. Iedereen wil vooral zelf in leven blijven. Over het hele land liggen explosieven, je ziet kinderen met de restanten ervan spelen. Met UNICEF proberen we de kinderen en de ouders te waarschuwen voor de gevolgen. Tot nu toe hebben we zo’n 83.000 kinderen kunnen bereiken.”

vorige volgende