© FAO

In Oost-Afrika is nipt een humanitaire ramp vermeden. De afgelopen maanden ging er veel aandacht naar COVID-19, maar de internationale gemeenschap was zich ook bewust van het potentiële gevaar in Oost-Afrika. Nu heeft de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties nog 37 miljoen dollar extra nodig om de woestijnsprinkhanen te blijven bestrijden. Ook zal er in de toekomst geïnvesteerd worden in technische ondersteuning en een actieplan om in het levensonderhoud van de getroffen families te voorzien.

Cyril Ferrand, teamleider Oost-Afrika bij de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO), vreesde het begin van het regenseizoen in Kenia.
Begin april verwachtte hij een nieuwe generatie woestijnsprinkhanen, die in een mum van tijd complete akkers kunnen opeten. De boeren waren net begonnen met het zaaien van maïs en sorgo (de lokale rijst red.). Als er niet op tijd middelen zouden worden vrijgemaakt, was de kans groot dat de oogsten in juni volledig zouden mislukken. Dat had een voedselramp betekend voor de 20 miljoen mensen die in de regio leven. Zonder de woestijnsprinkhanen bevonden zij zich al in een onzekere voedselsituatie door conflicten, klimaatverandering en droogtes.

"Ook overstromingen, covid-19 en de woestijnsprinkhanen hebben een grote invloed op de landbouwproductie. Dit seizoen hadden we goede regenbuien, die een positieve invloed hebben op de oogst."

"Het is belangrijk om te weten dat de ontwikkeling van de gewassen niet afhankelijk is van slechts één factor," zegt Cyril Ferrand. "Ook overstromingen, covid-19 en de woestijnsprinkhanen hebben een grote invloed op de landbouwproductie. Dit seizoen hadden we goede regenbuien, die een positieve invloed hebben op de oogst."

Schade

Ferrand vindt het belangrijk om verder te kijken dan enkel de regio in Kenia waar hij werkt. "De FAO heeft drie potentiële scenario’s uitgeschreven voor de komende periode, van juli tot december 2020. Op dit moment zijn we de schade aan het opmeten van de doortocht van de woestijnsprinkhanen, maar we kunnen pas over een paar weken met zekerheid zeggen welke schade er is geleden. Nu kunnen we alvast zeggen dat we in het middelste rampscenario zitten. Dat betekent dat 2,5 miljoen mensen extra in voedselonzekerheid leven door toedoen van de sprinkhanen. De FAO maakt zich ook grote zorgen om de kinderen onder de 5 jaar in de getroffen regio’s. Omdat de graaslanden zijn opgegeten door de woestijnsprinkhanen, waar melkproductie afhankelijk van is, krijgen zij niet voldoende nutriënten om zich te ontwikkelen."

"We moeten blijven investeren in het bestrijden van de woestijnsprinkhaan tot december 2020."

Invloed van covid-19?

Covid-19 stond de afgelopen maanden bovenaan de agenda. Betekent dat dat de internationale media de woestijnsprinkhanen uit het oog verloren was? "Onze donateurs waren zich bewust van het potentiële gevaar en de mogelijke humanitaire crisis," zegt Ferrand. "De combinatie van conflicten, volksverhuizingen en klimaatverandering zou een ramp betekend hebben voor de regio. Ze hebben dus extra positief gereageerd en hebben zo een dramatische voedselcrisis kunnen vermijden."

Blijven investeren

"Het is opmerkelijk wat de FAO, The Desert Locust Control Organization for Eastern Africa en de overheden van de getroffen landen hebben kunnen verwezenlijken," aldus Ferrand. "We hebben tussen begin januari en 10 juni controle gekregen over 160,000 hectare land. Dat is een hele prestatie, omdat de getroffen landen geen ervaring hadden om met deze situatie om te gaan. We hebben ervoor gezorgd dat 6 miljoen mensen het hele jaar voldoende eten zullen hebben."

Maar dat wil niet zeggen dat de strijd tegen de woestijnsprinkhanen voorbij is, waarschuwt Cyril Ferrand. "We moeten blijven investeren in het bestrijden van de woestijnsprinkhaan tot december 2020. Als we de komende weken niet de nodige 37 miljoen dollar ontvangen van donateurs, kunnen we maar tot midden september het gebied controleren en grondtroepen sturen."

 

Actieplan

"Via partnerschappen zullen we technische ondersteuning bieden aan de getroffen landen. We moeten ons ook voorbereiden op de volgende generatie woestijnsprinkhanen. Samenwerking is daarom van essentieel belang,’ zegt Ferrand. ‘De FAO heeft ook een plan opgesteld om de getroffen families in hun levensonderhoud te voorzien. Tien landen worden verder geholpen met het actieplan, waaronder ook Jemen. Daar is 153 miljoen dollar voor vrijgemaakt."


Dit artikel werd gepubliceerd door Mo Magazine op 26/06/2020

vorige volgende