(PIDMAGMensen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben het vaak moeilijk in de sociale omgang met anderen. Sociale regels zijn namelijk afhankelijk van de context, zijn onuitgesproken en onzichtbaar. Maar in hoeverre beïnvloedt dat hun uitgaansleven?

De hersenen van mensen met autisme ontwikkelen zich anders, waardoor ze prikkels uit de omgeving op een andere manier verwerken. Daardoor voelen ze sociale situaties anders aan, wat bij het uitgaan voor de nodige moeilijkheden kan zorgen.

Anders communiceren

Een normaal gesprek aangaan, is voor mensen met autisme niet evident, legt psycholoog Steven Blondeel uit. “Hun communicatie is vaak oppervlakkig en de inhoud ervan repetitief. Er zit weinig lijn in hun verhaal door hun associatief denkpatroon. Veel taal wordt door mensen met autisme letterlijk begrepen.”

“Austisten hebben het vaak ook moeilijk om de essentie van een boodschap uit lange, ingewikkelde zinnen te halen. Gelaatsuitdrukkingen, lichaamstaal en sociale aanwijzingen begrijpen ze vaak niet.” De meeste mensen met ASS hebben ook grote moeilijkheden om de reacties van anderen te interpreteren.

Pijnlijke prikkels

Daarnaast zijn mensen met autisme dikwijls ook heel gevoelig voor sensorische prikkels, zoals visuele en auditieve prikkels. “Zelfs bepaalde vormen van licht en geluid die voor mensen zonder autisme als ‘normaal’ beschouwd worden, kunnen erg storend zijn voor mensen met autisme”, aldus Blondeel.

Een concert bijwonen, naar een fuif gaan of op café gaan om iets te drinken, kan voor mensen met autisme moeilijk of onaangenaam zijn. “De moeilijkheden in de sociale omgang, de weinig voorspelbare omgeving en de sensorische prikkels die eigen zijn aan het uitgaan kunnen voor veel mensen met autisme omwille van hun beperking erg beangstigend en stresserend zijn.” Blondeel wijst er wel op dat er grote onderlinge verschillen zijn tussen mensen met autisme.

Enkele getuigenissen

Yves lijdt aan ASS. Hij wordt professioneel begeleid.

“Ik begon uit te gaan rond mijn zeventien jaar, vooral om in contact te komen met meisjes. Dat begon met een schoolfuif en nadien nieuwjaarsfeestjes met muziek uit de jaren zeventig, tachtig en negentig. Ik ben ook één keer naar een festival geweest, maar dat was niets voor mij.”

“Ik vind het moeilijk om sociaal contact te leggen. Alcohol vind ik maar niets. Ik heb het ooit wel geprobeerd, maar ik vind er niets lekker aan. Roken heb ik nooit gedaan. Het stinkt en is ongezond. Ik heb altijd oordopjes bij en ga niet vaak naar feestjes met lichtflitsen, daar kan ik niet goed tegen.”

Ook Kimberly heeft ASS, maar leerde gaandeweg hoe ze vlot kan fuiven.

“Tijdens het uitgaan heb ik geen last, omdat ik ervoor zorg dat niemand mij kan aanraken ofzo. Ik blijf uit de buurt van mensen die roken, want daar ben ik heel gevoelig voor. Verder heb ik er geen problemen mee om in de drukte te zijn. De dag erna heb ik er meer last van.”

“Ik heb een keer alcohol gedronken, toen ik nog niet uitging, en die ene keer ben ik er heel ziek van geworden. Ik drink nooit meer, dacht ik toen. En dat blijft zo. Dat zal een eigenschap zijn van mijn ASS. Door een slechte ervaring doe ik het nooit meer.”

© 2016 - StampMedia - tekst: Pieter-Jan Clement & Sien Wevers


Dit artikel verscheen eerst in PIDMAG, het magazine van StampMedia – Jaargang 4 Nr.13 p. 7
Dit artikel werd gepubliceerd door Allesoverjeugd.be op 13/05/2016
Dit artikel werd gepubliceerd door Jongerenplaneet.be op 13/05/2016